Hoe kunnen afslankmiddelen de economie veranderen?
Ozempic-gebruikers zitten langer vol en eten daardoor niet alleen minder, maar ook anders. In de supermarkt gooien ze opvallend weinig zoete, zoute en vette producten in hun mandje, omdat die simpelweg te zwaar op de maag liggen.
Eén probleem, voor fabrikanten althans: in de afgelopen dertig jaar heeft de voedingsindustrie zich nu juist gespecialiseerd in het zoeter, zouter en vetter maken van producten, zodat mensen blijven dooreten en bedrijven meer verkopen. GLP-1-medicatie dwingt bedrijven om die strategie te herzien, van levensmiddelenreus Unilever tot fastfoodketen McDonald’s.
Bij Amerikaanse voedingsinnovatiebedrijven staat de telefoon momenteel roodgloeiend, omdat de levensmiddelensector naarstig producten zoekt die de GLP-1-klant bevalt. Vooral lichtverteerbare, gezonde en/of eiwitrijke tussendoortjes gooien hoge ogen, in kleinere verpakkingen.
Op het eerste gezicht zitten sportscholen in het hoekje waar het pijn gaat doen, maar in de praktijk valt dat vooralsnog erg mee. Door deze middelen vliegen de kilo’s er namelijk in zo’n rap tempo af, dat gebruikers ook veel spiermassa verliezen. Niet voor niets gaat het op sociale media geregeld over bijwerkingen als Ozempic face en Ozempic butt: een ingevallen gezicht en uitgezakte billen. Sportscholen zullen hierop moeten inspelen door hun locaties anders in te richten, zeggen analisten: meer ruimte voor krachttraining en minder voor cardio-apparaten die zijn gericht op afvallen. Vaarwel ellenlange rijen met loopbanden.
Op de beurs sorteert de opkomst van eetlustremmers overigens nu al effect. Aandelen in dieetbedrijf Weight Watchers verloren dit jaar bijna 90% van hun waarde. Oprah Winfrey nam afscheid als boegbeeld van het iconische bedrijf, dat niet meer bij haar past nu ze Ozempic gebruikt. Uiteindelijk sloot Weight Watchers zich aan bij de winnende partij: in de VS verkoopt het bedrijf nu zelf generieke eetlustremmers — iets dat daar is toegestaan in tijden van tekorten.
Ook voedingsconcerns Nestlé en Danone merken dat de afslankhype hun resultaten raakt. Zo ziet het Zwitserse Nestlé supplementen die helpen tegen de bijwerkingen van eetlustremmers (goed voor €1,6 mrd omzet) de schappen uitvliegen. Denk aan pillen die spijsverteringsproblemen verminderen en eiwitrijke supplementen, die helpen bij het behoud van spiermassa. Volgens een topman van het Franse Danone is eiwitrijke yoghurt momenteel niet aan te slepen, mede dankzij klanten die zichzelf injecteren met GLP-1.
In de verdere toekomst kan vrijwel ieder bedrijf dat op de een of andere manier met grondstoffen werkt een effect verwachten van een wereldbevolking die massaal minder weegt. De kledingindustrie kan toe met minder katoen en polyester, de luchtvaart met minder liters kerosine. Zo kan één middel het bedrijfsleven behoorlijk op zijn kop zetten.
Blijft Ozempic een medicijn voor de rijken?
Vooralsnog vergoeden zorgverzekeraars obesitasmedicijnen beperkt. Op advies van Zorginstituut Nederland besloot het ministerie van Volksgezondheid in 2022 de middelen Mysimba en Saxenda onder voorwaarden en voor een specifieke groep patiënten toe te laten tot het basispakket. Als het aan het Zorginstituut ligt, weert de minister het veel effectievere Wegovy voorlopig helemaal uit het basispakket. Wanneer het definitieve besluit valt, kan een VWS-woordvoerder niet zeggen.
Voor het Zorginstituut is er nog te weinig duidelijk over de langetermijneffecten van Wegovy. Dat maakt het lastig te bepalen of het middel ‘kosteneffectief’ is. Ook wijst de overheidsadviseur op de wereldwijde tekorten aan de werkzame stof semaglutide. Het Zorginstituut becijfert dat de uitgaven aan Wegovy (in een extreem scenario) zouden kunnen oplopen tot €1,3 mrd per jaar. Omdat de bedragen in potentie enorm zijn, pleit de instelling voor een breed maatschappelijk debat over de aanpak van overgewicht.
Tijn Kool, hoogleraar passende zorg aan het Radboudumc, ‘fronste zijn wenkbrauwen wel even’ bij het lezen van het advies. Bij nadere beschouwing onderschrijft hij de oproep tot debat van het Zorginstituut. ‘De vraag is: moet alles wel wat kan? Is dit meer dan een snelle oplossing, en kunnen we ons die als samenleving veroorloven?’
Dat afslankmiddelen in ieder geval op de korte termijn goed werken, betwist eigenlijk niemand. Apotheker Marloes Dankers van het Instituut Verantwoord Medicijngebruik vraagt zich wel af of het wenselijk is om een gezondheidsprobleem dat vaak te voorkomen is, met medicijnen weg te poetsen — in jargon: te medicaliseren. ‘Het is een ingewikkelde’, zegt Dankers. ‘We vergoeden geneesmiddelen die een stuk minder effectief zijn dan Wegovy. Maar er zit een hele wereld omheen die dit een stuk ingewikkelder maakt.’
Hoogleraar obesitas Liesbeth van Rossum (Erasmus MC) ziet het anders. ‘We medicaliseren obesitas allang, alleen noemen we het dan kanker, diabetes, of depressie — allemaal aandoeningen die voor een belangrijk deel veroorzaakt worden door obesitas, waarbij het vetweefsel ziek is en disfunctioneert. Bij die obesitas-gerelateerde ziekten is het volledig geaccepteerd om geneesmiddelen of andere dure behandelingen in te zetten.’
Behandeling van obesitas begint nu vrijwel altijd met aanpassingen om gezonder te leven, zegt Van Rossum. ‘Pas bij onvoldoende resultaat van een leefstijlprogramma plussen we op, naar medicatie of een maagverkleining.’
Gezondheidseconomen zijn er meestal voorstander van zo veel mogelijk gezondheidswinst kopen voor elke euro, zegt Xander Koolman (VU Amsterdam). Het vergoeden van een kosteneffectief middel is makkelijk te verkopen. Maar als er daardoor voor andere zaken wel minder geld beschikbaar is, ligt dat moeilijker. Hij constateert dat het Zorginstituut en VWS de ingewikkelde discussie over afslankmiddelen ‘voor zich uit schuiven’ en wachten tot de prijzen dalen. ‘Zo lost het betaalbaarheidsprobleem zichzelf op.’
Pharos, het landelijke expertisecentrum gezondheidsverschillen, is blij met effectieve medicatie tegen obesitas. Obesitas treft namelijk mensen in kwetsbare omstandigheden relatief hard. ‘Deze middelen alleen lossen echter het maatschappelijke probleem obesitas niet op’, zegt adviseur Rosaline Mentink. ‘Daarnaast kunnen afslankmiddelen gezondheidsverschillen alleen verkleinen als iedereen gelijke toegang heeft. Zolang ze niet vergoed worden, worden de gezondheidsverschillen juist vergroot.’
Maken afslankmiddelen gezond leven overbodig?
Het is een verleidelijke gedachte: als iedereen toegang heeft tot goedkope, veilige afslankmiddelen, kunnen we overgewicht vaarwel zeggen. Geef het een paar jaar en het is zover. Maar willen we dat wel op deze manier? Ozempic en zijn opvolgers zijn een vorm van symptoombestrijding, vinden veel experts. ‘We zijn iets aan het oplossen dat je eigenlijk zou moeten voorkomen’, zegt Marloes Dankers van het Instituut Verantwoord Medicijngebruik. ‘Dat doen we ook al met hoge bloeddruk en cholesterol — ook dat zijn leefstijlaandoeningen die we aanpakken met medicijnen. Dat spanningsveld, ik ben er nog niet uit.’
Hoogleraar passende zorg Tijn Kool ziet een parallel met maagzuurremmers. ‘Die worden veel te veel geslikt, en zonder indicatie. Ook die verbloemen het feit dat je ongezond leeft.’ Of afslankmiddelen voor iedereen geschikt zijn of blijven, is nog onduidelijk. ‘Er is nog zo veel te onderzoeken. Laten we dat eerst doen, voordat iedereen met obesitas aan de middelen gaat.’
In een rondgang langs behandelaren en andere experts doemt een contrast op. Dokters die elke dag patiënten helpen, zien afslankmedicijnen als welkome aanvulling op hun instrumentarium — een langverwachte oplossing voor een hardnekkig probleem. Onzekerheden en langetermijneffecten baren hen vooralsnog weinig zorgen. Gezondheidseconomen en andere wetenschappers wijzen juist vaker op bijwerkingen, onbeantwoorde vragen en de financiële kosten voor de samenleving.
Bij nieuwe geneesmiddelen is de balans tussen het belang van de individuele patiënt en de maatschappij als geheel vaker een zoektocht, maar bij deze afslankmiddelen komt die nog meer op spanning te staan. Het gaat hier immers niet om een nieuw medicijn voor een kleine groep patiënten, maar om een revolutie die bijna de helft van de samenleving raakt.
Hoogleraar Jochen Mierau vraagt zich af of het logisch is om mensen met overgewicht hun hele leven afhankelijk te maken van medicijnen. ‘Omdat we het maar niet voor elkaar krijgen een gezonde leefomgeving te creëren? Zo worden bedrijven rijk door mensen dik te maken, en andere bedrijven door ze met een pil op gewicht te houden.’
Afslankmedicijnen zijn een gemankeerde oplossing, maar misschien moeten we accepteren dat ze vooralsnog het enige antwoord zijn op de obesitasepidemie, zegt collega-econoom Xander Koolman (VU Amsterdam). Hij denkt dat je de Ozempic-geest niet meer terug in de fles krijgt. ‘Het is een gegeven dat de overheid niet bereid is gebleken om serieus werk te maken van preventie. En dat gaat ook niet binnenkort veranderen.’