In het kort
- Duizenden cruisetoeristen bezoeken jaarlijks de witte eilanden van Spitsbergen.
- IJsberen en andere dieren raken hierdoor verstoord, ook de natuur lijdt eronder.
- De Noorse overheid grijpt in, waardoor cruiseaanbieders uitwijken naar Groenland.
In een witte stilte slaapt de ijsbeer met haar jong. Haar vacht lijkt gelig door de sneeuw, achter haar prijken steile klippen met onbegaanbare rotsen en ijsplateaus. Het is er stil zoals het alleen op Spitsbergen stil kan zijn, grenzend aan de ijskappen van de Noordpool. Bevroren, arctische stilte.
Totdat de ijsbeer wordt ontdekt. Twaalf motorboten met toeristen in kanariegele parka’s scheuren vanaf cruiseschip Ocean Explorer naar de oever waar moeder en kind wakker schrikken. De twee ijsberen vertrekken schichtig naar het binnenland.
Het afgelegen Spitsbergen — halverwege Noord-Noorwegen en de Noordpool — is een toeristische trekpleister van formaat geworden. Door klimaatverandering smelten de ijskappen. Er is minder ijs en meer water, waardoor het gebied begaanbaarder is voor boten en daarmee voor de mens. Tegelijkertijd bedreigt het smeltende ijs de bekendste bewoner van de eilandengroep, de ijsbeer, in zijn voortbestaan. Wie een ijsbeer wil zien, moet opschieten, denkt de gemiddelde toerist met geld.
Aanbieders van cruises voelden dat een decennium geleden al haarfijn aan. Van kleine zeilschepen tot enorme cruiseboten, voor ieder vaart inmiddels wat wils. Ook veel Nederlandse ondernemers bieden reizen aan. De prijzen voor een week of twee cruisen rond de ruige eilandengroep variëren tussen de €5000 en €10.000. Verreweg het populairst zijn cruises op de expeditieschepen, voor soms wel €15.000 per hut.
Nadat toeristen naar de hoofdstad Longyearbyen zijn gevlogen, stappen ze aan boord van een expeditieschip, dat door ijs kan breken en met maximaal tweehonderd passagiers rond de eilanden vaart. Vanaf het schip vertrekken motorbootjes die toeristen per dozijn aan land zetten, midden in de wildernis. Daar wandelen ze over gletsjers of spotten ze walrussen en — met een beetje geluk — ijsberen.
Maar het toerisme is uit de hand gelopen, vindt de Noorse regering waar de eilandengroep onder valt. Afgelopen zomer overspoelden 72.000 cruisepassagiers Spitsbergen. Dat is ruim tien keer zo veel als vijftien jaar geleden. En dat kan de natuur niet aan, zeggen experts.
Vergane wildernis
Spitsbergen warmt zeven keer zo snel op als de rest van de wereld. Het is een neerwaartse spiraal: zee-ijs smelt door klimaatverandering, daardoor weerkaatst er minder zonlicht, dan warmt de zee verder op en vervolgens smelt er nog meer ijs.
Klimaatverandering is de grootste bedreiging voor het voortbestaan van de flora en fauna van de witte eilanden. Maar als een overvloed aan mensen zich ook nog in het landschap begeeft, verergert de situatie, zegt het Noorse milieuagentschap Miljødirektoratet.
Toeristen richten op verschillende manieren schade aan op Spitsbergen. Ten eerste verstoren ze het leven van dieren, zoals vogels en ijsberen. IJsberen kunnen gebieden waar vaak mensen en boten komen wel ontwijken. Maar hun leefgebied is al dusdanig geslonken door het smeltende zee-ijs dat hun voedselvoorziening gevaar kan lopen. Boten komen geregeld te dicht bij ijsberen. Dat heeft ook een andere consequentie. IJsberen kunnen gewend raken aan mensen, en zullen dan vaker Longyearbyen opzoeken. Een levensgevaarlijke situatie.
Ook de vogelkoloniën, waar vogelliefhebbers van over de hele wereld op afkomen, raken verstoord. Wanneer vogels door de aanwezigheid van mensen opvliegen, laten ze hun kuikens alleen. Ook kunnen ze zich op dat moment niet voortplanten, terwijl sommige vogels maar een korte paringsperiode hebben. Geregelde verstoring bedreigt hun voortbestaan, en sommige diersoorten zijn al met uitsterven bedreigd.
Passagiers van cruiseschip Ocean Explorer varen in kleine rubberen bootjes naar de oever van Hamiltonbukta, waar een ijsbeer is gespot.
Spitsbergen warmt zeven keer zo snel op als de rest van de wereld. Door schepen te verbieden door het ijs te breken, hoopt de Noorse regering de opwarming te vertragen.
Spitsbergen is een belangrijke broedplaats voor vogels. De aanwezigheid van mensen bedreigt deze en andere dieren in hun voortbestaan.
Ten tweede raakt de vegetatie beschadigd. De flora van Spitsbergen doet er zo lang over om te herstellen dat voetafdrukken letterlijk decennialang blijven staan. De meeste biologische activiteit huist in de vlakkere oevers, maar precies daar kunnen mensen het makkelijkst aan land. Verder stappen mensen — soms zonder het te weten — op her en der verspreid cultureel erfgoed op de eilanden.
Tot slot vormen toeristen een gevaar voor zichzelf. Door klimaatverandering smelt de bevroren grond (permafrost), waardoor er vaker lawines en landverschuivingen zijn. Het kleine ziekenhuisje kan grote groepen gewonden niet aan, en er is weinig mobiel bereik mocht er iets gebeuren.
In de toekomst zal klimaatverandering en het toegenomen menselijke verkeer de ecosystemen alleen maar meer stress opleveren, verwacht het Noorse milieuagentschap. Er zijn steeds minder ongerepte plekken, omdat mensen door het gesmolten zee-ijs op zoveel plaatsen kunnen komen. De afgelopen decennia is het aantal locaties op Spitsbergen waar mensen aan land gaan, toegenomen van 53 in 1996 naar 420 vorig jaar.
‘Het is onze plicht om Spitsbergen als wildernis te beschermen, maar kun je het wildernis noemen als er overal mensen en boten zijn?’, zo vraagt Kristin Heggelund, hoofd milieu van de Noorse regering in Spitsbergen, zich af. Ze vindt dat de overheid te traag is met het terugdringen van het aantal cruiseschepen. De groei van de toeristenstroom is ‘extreem’, zegt ze. Twintig jaar geleden deden veertien verschillende expeditieschepen jaarlijks Spitsbergen aan. Inmiddels zijn dat er 81, waarvan sommige tot wel 32 keer een groep toeristen rondvaren.
Het aantal toeristen op Spitsbergen neemt explosief toe. In 2007 waren het er 23.588.
Ruim tien jaar later is dit aantal meer dan verdubbeld, tot 61.677.
Na de coronajaren, waarin slechts een paar honderd toeristen per jaar de eilandengroep bezochten, zit het bezoekersaantal weer in de lift. Vorig jaar kwam er een recordaantal van 78.555 mensen naar Spitsbergen.
Golvende mensenmassa
In de haven van Longyearbyen, de hoofdstad van de archipel waar 2500 van de 3000 eilanders wonen, is de arctische stilte tijdelijk doorbroken. Het kolossale cruiseschip AIDAluna is vanochtend vroeg aangemeerd, en de 2100 passagiers stromen al gedurende een half uur de buitenproportioneel kleine deuropening in de buik van het schip uit. Verdwaasd volgen bosjes mensen in felgekleurde winterjassen de gidsen.
‘Sneeuwscooter rijden deze kant op!’ roept iemand boven de krioelende menigte uit. Andere toeristen hebben als ochtendbesteding een huskytocht, een bezoekje aan het museum of fossielen zoeken bij de gletsjer geboekt. De bussen, die normaal rij aan rij geparkeerd staan naast de haven, rijden vandaag af en aan om de bezoekers naar hun activiteiten te brengen.
Van onder haar olijfgroene muts met rendierpatroon lacht Kath Giel breed. ‘Al jaren neem ik groepen uit de VS mee hiernaartoe’, zegt de reisleider van de Amerikaanse milieuorganisatie The Sierra Club. Is het voor een milieuorganisatie niet wat schijnheilig om haar leden de wereld over te vliegen? Op die vraag betrekt haar gezicht. ‘Hoe meer mensen verschillende plekken op aarde zien en begrijpen, hoe meer ze die zullen beschermen’, zegt Giel.
Voor Marcelle en Stefan Hoizer, twee passagiers uit Zwitserland, is milieubewustzijn niet de motivatie voor hun reis. Het is hun eerste keer op een cruise en ze zien die als een verkenningstocht van het noorden, zegt Stefan, die zich met zwarte muts en jack tegen de gure wind heeft gewapend. ‘Als we een mooie plek zien, kunnen we daar nog een keer naar terug.’ In de middag start hun activiteit, dus nu gaat het Zwitserse stel het stadje bezoeken.
Evenveel cruisetoeristen als inwoners
Ze zijn verre van de enigen met dat idee. Wie niet in een bus stapt, wandelt de twintig minuten over de weg naar het hartje van Longyearbyen. De stoep ontbreekt op veel plekken en automobilisten zijn het al jaren beu dat cruisetoeristen daardoor het verkeer in de weg lopen.
Daarom heeft het toerismebureau van Spitsbergen besloten op drukke cruisedagen zijn medewerkers als wegwijzers in te zetten. ‘Hallo, deze kant op’, gebaart een vrouw in een geel hesje naar de stoet. Een andere medewerker komt aanfietsen op een fiets met een oranje vlaggetje. ‘Het gaat goed, he?’ zegt ze tegen haar collega, terwijl ze naar de mensenstroom kijkt.
Naast de tweeduizend passagiers van AIDAluna, zetten drie andere schepen hun toeristen deze zaterdag met motorbootjes af in de haven. De expeditieschepen National Geographic Endurance (bekend van de tv-zender en het tijdschrift maar ook een fervent cruiseaanbieder), Ocean Albatros en Plancius van het Nederlandse Oceanwide Expeditions liggen voor anker in de baai. Bij elkaar opgeteld zijn er ongeveer evenveel bezoekers als inwoners van Longyearbyen.
Motorboten sjezen af en aan om toeristen en hun bagage af te zetten aan wal. Ze zijn afkomstig van de schepen die — doordat de wal al bezet is door de AIDAluna — voor anker in de baai liggen.
Op de AIDAluna, een 252 meter lang schip van de Brits-Amerikaanse rederij Carnival Corporation, passen 2100 passagiers.
Maar het kan nog groter. De 333 meter lange MSC Preziosa, die Longyearbyen twee keer per jaar aandoet, biedt ruimte aan 3500 passagiers.
Tot frustratie van sommige Noren. ‘Als de schepen komen en ik heb vrij, dan verstop ik me thuis achter de gordijnen’, zegt Therese Bjerksen. De jonge Noorse staat achter de balie in het Svalbard Museum en is opgegroeid in het stadje. Net als andere inwoners zorgt ze dat ze op deze dagen geen afspraken buiten de deur heeft en niet naar de supermarkt hoeft. Want Longyearbyen is dan even niet van hen.
Lokale ondernemers zijn wél blij met de aanwas. Fruene, één van een handjevol koffietentjes, draait 30% meer omzet op deze ‘zwaarbelaste’ dagen en zorgt dan voor een extra voorraad ijsbeerchocolaatjes. ‘We kunnen niet meer zonder toeristen’, zegt eigenaar Tove Eide, terwijl ze melk opschuimt. Ze herinnert zich de jaren dat Longyearbyen volledig afhankelijk was van de kolenmijnen.
Vanaf haar zaak kan ze de kale berghellingen met overblijfselen van gesloten mijnen net zien. De kabelbaan, die ooit de bakken met steenkolen droeg, slingert zich eenzaam langs de mijningangen. In de komende jaren zal ook de laatste mijn van Spitsbergen sluiten. Dus drinken de achtergebleven mijnwerkers ‘s ochtends een kop filterkoffie bij Eide. Op deze cruisedag zijn ze nergens te bekennen.
Toerisme is de mijnbouw voorbijgestreefd als inkomstenbron van Longyearbyen. Toch zal het stadje nooit helemaal op eigen benen kunnen staan. Noors subsidiegeld is broodnodig om het stadje in stand te houden — en voor Noorwegen om voet aan de grond te houden op deze strategisch gelegen eilandengroep. Voedsel in de supermarkt en stroom kosten evenveel als op het vasteland, terwijl álles geïmporteerd wordt. En dus eigenlijk veel duurder moet zijn.
De grote profiteur van het losgebarsten toerisme is de haven van Longyearbyen. Port of Longyearbyen, dat beheerd wordt door een lokaal overheidsbedrijf, verdient netto zo’n €43.000 per schip dat de hoofdstad aandoet. Dat geld moet Port of Longyearbyen voor de havenfaciliteiten gebruiken, waardoor de lokale bevolking er — naast een gloednieuwe steiger — weinig van terugziet.
In 2007 meert er 187 keer een schip met toeristen aan in de haven van Longyearbyen. Daaronder vallen grote cruiseboten en expeditieschepen.
Door de populariteit van het Arctische gebied is dit aantal elf jaar later ruim verdubbeld tot 413.
Ook daarna zet de stijging door. In 2023 gaat het om 558 schepen, die bovendien steeds groter worden.
Voor Noorwegen is de maat vol
Er gloort hoop voor de arctische natuur en geteisterde inwoners. Om het uit de hand gelopen toerisme aan te pakken, stelt het Noorse milieuagentschap rigoureuze wijzigingen in de milieuwet van Spitsbergen voor. Schepen die rond de eilanden willen varen mogen straks maximaal 200 mensen aan boord hebben, nu is dit nog onbeperkt.
De grote cruiseschepen zullen alleen nog maar bij Longyearbyen kunnen komen. Het aantal plekken waar toeristen aan land mogen, gaat van de huidige 420 naar 43. Daarbij mogen er maar maximaal 39 mensen tegelijk aan land, in plaats van een onbeperkt aantal.
Een groot deel van de regels treedt per januari 2025 in werking. Donderdag 16 mei stemt het Noorse parlement over het restant van de regels. Voor reisleiders heeft dit forse consequenties. Want de ‘wilderniservaring’ die ze nu verkopen, zal er straks veel minder zijn.
Smeerenburg is een van de plekken waar het dringen wordt om mensen aan land te zetten. Op het onbewoonde Amsterdameiland, ten noordwesten van het hoofdeiland, aanschouwt een kluit passagiers van een zeilcharterschip hopen zand en stenen. Vierhonderd jaar geleden woonden hier Nederlandse walvisjagers, die walvisblubber tot olie kookten. Die verscheepten ze naar Europa.
Deze oliemanie was aangewakkerd door niemand minder dan Willem Barentsz, die in 1596 op Spitsbergen stuitte en thuis over de zeeën vol walvis vertelde. De walvisjagers konden rijk worden, maar de barre leefomstandigheden kostten geregeld levens. Door de bevroren conserverende bodem zijn de graven van deze walvisvaarders nog steeds te zien op Smeerenburg.
Terwijl de groep van zeventien personen een rondje wandelt, gooit ook het schip Noorderlicht het anker uit. Nog ruim twintig mensen meren aan en banjeren dicht langs de beschermde graven, die lastig te onderscheiden zijn van de rest van het strand. Toezicht ontbreekt en de stemmen van de passagiers snijden door de ijle lucht. Vijftig meter verderop ligt een kudde walrussen. De stank van hun scheten waait over de zandvlakte.
‘Als het reëel was, zou ik er begrip voor hebben’
Cruiseaanbieders verzetten zich tegen de strengere milieuwetgeving, maar tevergeefs. Behalve een limiet aan het aantal landingsplaatsen, komt er op sommige plekken een verbod op drones en moeten mensen minimaal op 500 meter afstand van een ijsbeer blijven. Wie te dichtbij komt, riskeert een gevangenisstraf. Ook mogen schepen niet meer door ijs breken, omdat het de opwarming van de zee versnelt. De beleving wordt totaal anders, zo protesteren de reisorganisatoren.
Een ander Nederlands schip, de Antigua, zal komende zomer al niet meer naar Spitsbergen varen. ‘Het wordt daar te druk’, zegt eigenaar en oud-kapitein Jan Bruinsma. Als ze niet meer op willekeurige plekken het anker kunnen uitgooien om aan land te gaan, gaat het ‘expeditiekarakter’ van hun reizen verloren, aldus de Fries. Bruinsma heeft ook geen zin om in een rij te staan dringen om mensen aan land te zetten.
Longyearbyen is de hoofdstad van Spitsbergen. Er wonen 2500 mensen.
Het ziekenhuis van Longyearbyen is niet ingericht op 2000 cruisetoeristen.
Longyearbyen was lang afhankelijk van de kolenmijnen. In de komende jaren zal ook de laatste mijn sluiten.
Aan het einde van het Adventdal liggen expeditieschepen in de baai bij Longyearbyen.
Op naar vers terrein: Groenland
Doordat Spitsbergen de teugels aanhaalt, verleggen sommige schepen hun koers naar Groenland en IJsland. Op IJsland werd al veel gevaren, Groenland ziet het cruisetoerisme enorm toenemen. 76.000 cruisetoeristen bezochten het eiland afgelopen jaar, 30.000 meer dan in 2019. De milieuwetgeving is desondanks nog niet aangescherpt, laat het Groenlandse toerismebureau weten. Wel heeft de overheid de toeristenbelasting verhoogd.
Op Groenland zijn er ook ijsberen, al zijn die moeilijker te spotten dan op Spitsbergen. Mensen hoeven hier maar 200 meter afstand tot ze te houden. Het toerismebureau laat weten dat er steeds meer schepen de Groenlandse havens aandoen. Het vermoeden van de Groenlanders is dat een deel van de cruises van Spitsbergen komt. De effecten van het toegenomen toerisme op de Groenlandse natuur zijn nog amper onderzocht.
Nu mensen van over heel de wereld Spitsbergen als laatste-kansbestemming zien, proberen jaarlijks tienduizenden toeristen nog ‘snel’ te gaan. De passagiers van de Ocean Explorer hebben hun kans op tijd gegrepen. Hun Spitsbergencruise is een succes. Zij hebben een ijsbeer gezien.