De oorlog in Oekraïne is de oorlog van Europa

01
author image
Alicja Gescinska
Leestijd: 6 minuten

Toelichting van de opinieredactie

Alicja Gescinska is wat mij betreft een van de interessantste hedendaagse politiek filosofen uit ons taalgebied. Zij is een vrijdenker die zich niet laat inperken door linkse of rechtse dogma's over wat je wel en niet zou mogen zeggen. Daarbij is zij niet bang om onbeschaamd stelling te nemen als het over democratie, vrijheid en moraal gaat. In haar essay over de oorlog in Oekraïne is dat goed terug te zien: zij beziet hierin de Europese positie in die oorlog en stelt vragen die ook een aantal maanden na de uitbraak van de oorlog schrijnend actueel zullen zijn voor de FD-lezer. — Jesse Beentjes

In het licht van de geschiedenis stelt de Vlaams-Poolse filosoof Alicja Gescinska de vraag of we harder moeten ingrijpen om Poetin te stoppen. Ook Hitler lieten we lang begaan in de aanloop naar WO II. Maar wat als we de treinsporen naar Auschwitz hadden gebombardeerd? Gescinka ziet huiveringwekkende parallellen met het heden en plaatst Europa op een existentieel keerpunt.

Waar moet het heen met Europa, nu het oude continent wederom aan zijn ergste oude ziekte lijdt: oorlog en bloedvergieten? De voorbije weken is veelvuldig gevraagd: wat wil Poetin? We dreigen daarbij een belangrijkere vraag uit het oog te verliezen: wat willen wij? En wat moet Europa willen? We staan voor een existentieel keerpunt: fundamentele aspecten van het Europese project staan op het spel.

Ik denk als eerste aan hoe we vrede begrijpen en handhaven. In de decennia na de Tweede Wereldoorlog galmde het Nie wieder nog lang na. Vrede was prioritair en ontwapening en samenwerking zouden daarop de beste garanties geven. Een volstrekt tegengesteld perspectief aan dat van de VS. Niet dat zij vrede niet belangrijk vonden, maar volgens de VS was vrede enkel mogelijk door zélf een militaire supermacht te zijn. Eerder bewapenen dan ontwapenen, om de vrede te garanderen.

Die tegenstelling leidde tot spanningen binnen de Navo: veel Europese landen kwamen de afspraak om 2% van het bbp in defensie te investeren niet na. Meteen na de Russische aanval op Oekraïne beloofden verschillende EU-lidstaten hun defensiebudgetten op te krikken. Dat is meer dan een boekhoudkundige ingreep. Meer dan budgetbeheer. Dit betreft het wezen van wie we zijn. Elke euro die je in een kogel steekt, steek je niet in een klaslokaal. Elke euro voor defensie, gaat niet naar armoedebestrijding.

'Elke euro die je in een kogel steekt, steek je niet in een klaslokaal. Elke euro voor defensie, gaat niet naar armoedebestrijding. '

Ik zeg niet dat deze of gene beslissing de betere is. Wel dat er zich een grote paradigmawissel aandient: door het pad van bewapening te kiezen, neemt de druk op de sociale welvaartsstaat ontegensprekelijk toe. Zowel de ontwapening als de sociale zorg waren de kern van de naoorlogse Europese identiteit, samenleving en politiek.

Phoney War

Een ander cruciaal kenmerk is dat het Europese integratieproces is gesteund op dialoog en economie. De EU kwam voort uit een economisch samenwerkingsverband en het is daarom geen toeval dat de EU soms meer draait om de centen die we kunnen verdienen dan om de waarden die we moeten uitdragen. Waarschijnlijk speelde dat ook een rol in de huidige situatie. We dachten zaakjes te kunnen doen met Poetin, maar we gaven hem een vinger, hij nam een hand. Hij kreeg een hand en wilde een arm.

De Russische aanval op Oekraïne toont ons de grenzen van die dialoog en de pacificerende kracht van economische samenwerking. Meer dan twintig jaar geloofden we dat samenwerken met Rusland de beste garantie op vrede gaf. Nu blijken garanties op het wereldtoneel niet te bestaan. Kun je wel een oprechte dialoog voeren met iemand die systematisch in je gezicht staat te liegen? Kun je handel drijven met het regime van een massamoordenaar?

De realiteit is dat Europa helaas al vaker bewezen heeft dit te kunnen, omdat geld zwaarder weegt dan waarden. We doen voortdurend zaakjes met louche figuren en regimes. Toch lijkt er nu iets veranderd, en ook hier zitten we met een paradigmawissel. Het lijkt ondenkbaar dat het de komende jaren snel business as usual met Rusland wordt. We zitten sowieso in een nieuwe Koude Oorlog. We kunnen alleen maar hopen dat daarbij blijft.

'Kun je handeldrijven met het regime van een massamoordenaar?'

Niets garandeert dat we niet aan de vooravond van een grootschaliger conflict staan. Vaak bekruipt mij het gevoel dat we nu ons drôle de guerre-momentje beleven. Op 1 september 1939 vielen de nazi’s Polen binnen en verklaarden Frankrijk en Engeland de oorlog aan Duitsland. Maar het duurde nog maanden voordat die landen daar zelf iets van merkten. Die tussenperiode werd de schemeroorlog genoemd, de Phoney War. De drôle de guerre.

Zeker in West-Europa hoor je vaak: het is hun oorlog, niet de onze. Wij bieden wat steun vanaf de zijlijn. De tijd moet uitwijzen of dit niet de prélude is van een groter concerto van het kwaad. De tijd moet ook uitwijzen of we te laks zijn. Voor onze ogen worden hele steden tot puin gebombardeerd. De schaal en omvang van het menselijke leed moeten nog verder doordringen, maar het is een redelijke vrees weldra tienduizenden slachtoffers te tellen.

Genocide

De Oekraïners waarschuwen al weken voor een genocide. Het westen wikt en weegt die woorden en wacht het liefst af. Met de gruwelbeelden uit Boetsja wijst die waarschuwing steeds duidelijker op een werkelijkheid die geen afwachten duldt.

De volgende vergelijking schoot al meermaals door mijn hoofd, ook al weet ik dat vergelijken vaak onmogelijk is, en soms ongepast. Maar: zullen onze kinderen later niet vragen waarom de Navo het luchtruim boven Oekraïne niet sloot? Zoals wij vroegen waarom de treinsporen naar Auschwitz niet zijn gebombardeerd. Hadden we niet meer kunnen doen om duizenden doden te vermijden?

Alleszins: precies omdat deze oorlog ons op een existentieel keerpunt plaatst, is het fout om te spreken over hun oorlog. De oorlog in Oekraïne is onze oorlog. Onze Europese oorlog. In een emotionele toespraak in Brussel benadrukte de Hoogste Vertegenwoordiger van Oekraïne onlangs ook dat punt: ‘We are your shield’. Wij leveren wel wapens en steun aan Oekraïne, maar het zijn de Oekraïners die sterven, en ze sterven niet enkel voor hun eigen land.

'Omdat deze oorlog ons op een existentieel keerpunt plaatst, is het fout om te spreken over 'hun' oorlog'

Ze doen dat voor Europa. Dit kunnen we gemakzuchtig afdoen als heldhaftige retoriek om onze betrokkenheid aan te wakkeren. Maar er zit een grote waarheid in die vier woorden: wij zijn jullie schild. Die waarheid zit ‘m erin dat het Poetin om veel meer gaat dan Oekraïne. Hij heeft dat heel letterlijk gezegd: het gaat om Europese machtsverhoudingen en waarden, hertekening van landkaarten, destabilisatie van de EU, ondermijning van de democratie.

Daarmee komen we bij een volgende aardverschuiving. De drijvende kracht van de Europese eenwording was West-Europa. Na de val van de Muur en met de uitbreiding van de EU naar het oosten veranderde dat niet. Landen als Polen bleven met het gevoel zitten wel te mogen meedoen, maar niet mee te mogen leiden. Binnen de EU zijn alle landen gelijk, maar het ene land is wat gelijker dan het andere.

De voorbije weken zagen we een dubbele omkeer. Enerzijds namen de Centraal- en Oost-Europese landen vaak het voortouw in de Europese aanpak. Anderzijds transformeerden de leiders van landen als Polen zich plots tot de grootste pleitbezorgers van Europese integratie en samenwerking, waar diezelfde figuren eerder naar euroscepticisme neigden. Dat doen ze natuurlijk niet zonder eigenbelang.

Polen wil om meerdere redenen zo nadrukkelijk die voortrekkersrol. Er leeft een groot besef dat de Baltische landen en Polen de volgende kunnen zijn. Poetin is een Slavische imperialist, geen Russische nationalist. Daarbij kunnen de grote verdeeldheid en binnenlandse problemen in Polen nu onder de mat geveegd worden. Tenslotte wil Polen een sterkere machtspositie in de EU. Als Polen er als eerste voor pleit Oekraïne als kandidaatlidstaat van de EU te erkennen, is dat precies het doel: de eigen positie versterken.

Totale nederlaag

Dus: waar ligt het machtscentrum van Europa? En waar het geografische centrum van de EU? In beide gevallen zien we fundamentele verschuivingen, bepalend voor de toekomst. Weer rijst de vraag: is dit wat Europa wil? Of moet willen? Quo vadis?

De complexiteit van die vragen leidt er vermoedelijk toe dat datgene wat tot nu de sterkte was van het Europese en westerse front afbrokkelt: de eensgezindheid. Je merkt het aan de houding van Scholz en Macron: we moeten Poetin niet te veel schofferen, maar hem een uitweg bieden, het diplomatieke pad blijven bewandelen. Dat betekent altijd: water bij wijn.

Toen Biden de Poetin een massamoordenaar en slachter noemde, die onmogelijk aan de macht kan blijven, werden meteen alle zeilen bijgezet om de toon te matigen. Maar laten we oorzaak en gevolg niet omdraaien: Poetin wordt geen massamoordenaar omdat je hem zo noemt. Hij heeft duizenden mensen de dood ingejaagd. Dáárom noem je hem zo. Diplomatie is belangrijk, maar als iemand je in het gezicht spuugt moet je ook niet doen alsof het maar een regendruppel was.

'Poetin wordt geen massamoordenaar omdat je hem zo noemt. Hij heeft duizenden mensen de dood ingejaagd. Dáárom noem je hem zo'

Voor de Centraal-Europese landen is het uitgesloten dat, na deze oorlog, Poetin gewoon aan de macht blijft en we de relaties met zijn regime weer aanknopen. Daar leeft sterk de overtuiging dat deze oorlog maar één mogelijke afloop mag kennen: Poetins totale nederlaag. Als Poetin ook maar iets als trofee naar huis kan nemen, is een precedent gecreëerd. Dan is het wachten op de bommen op Moldavië om Transnistrië definitief los te weken, op de bommen op Litouwen, zodat er een permanente corridor naar Kaliningrad komt, wachten tot Oost-Polen volgt.

Al deze dreigementen zijn de voorbije weken uitgesproken, door Poetin en zijn propagandamachine. Poetin bluft niet als hij bluft. Dat wisten de Baltische staten en Polen al. Enkel een totale triomf voor Oekraïne garandeert Europa voor langere tijd vrede. Daarom moeten we onze militaire, materiële en morele steun voor Oekraïne aanzienlijk vergroten. Hoe dat kan zonder dat Poetins vingers gaan jeuken om op die kernbomknop te drukken? Het is de belangrijkste vraag van nu, bepalend voor die andere cruciale vraag. Quo vadis, Europa?

Over de auteur

author image
Alicja Gescinska (Warschau, 1981) is filosoof, schrijver en dichter. Zij publiceerde meerdere boeken en essays over morele verantwoordelijkheid en vrijheid. Eerder dit jaar verscheen bij De Bezige Bij haar theatermonoloog 'Apate spreekt', over de leugen als deugd.

Meer essays