In het kort
- Het FD houdt een Oranje Biotech-index bij, over de gemiddelde koersontwikkeling van Nederlandse biotechbedrijven.
- De zeven bedrijven uit de index zagen hun koersen vorig jaar gemiddeld met 15% dalen.
- Merus uit Utrecht was een positieve uitzondering met een koerswinst van 78%.
Nederlandse biotechbedrijven die nieuwe geneesmiddelen ontwikkelen, hebben hun beurskoersen vorig jaar sterk zien dalen. De zeven bedrijven — ooit grote beursbeloften — verloren in 2023 gemiddeld 15% van hun waarde, terwijl de AEX-index juist 14% won. Dat blijkt uit de jaarlijkse FD-berekening van de Oranje Biotech-index, het gemiddelde koersresultaat van Nederlandse biotechbedrijven.
Over de afgelopen vijf jaar bedroeg de koerswinst van de beursgenoteerde Nederlandse biotechbedrijven 8%. De AEX-index steeg in die periode met 63%.
2019
De Nederlandse biotechbedrijven kenden een geweldig jaar met een gemiddelde koerswinst van 48%. Maar liefst drie bedrijven — Pharming, Galapagos en UniQure — zagen hun koersen meer dan verdubbelen.
De ontwikkelaars van geneesmiddelen konden zich verheugen in grote populariteit bij kleine beleggers. De discussiefora over Galapagos en Pharming behoorden tot de best bezochte van de beleggerswebsite IEX.
2020
De Oranje Biotech-index maakt een pas op de plaats: -2%. Achter dat cijfer gaan grote verschillen schuil. Het aandeel Galapagos verloor 57% van zijn waarde, omdat zijn ontstekingsremmer niet geschikt bleek voor de lucratieve Amerikaanse markt.
Uitschieter naar boven was Kiadis. De koers van dit biotechbedrijf steeg met 165%, dankzij een overnamebod van het Franse farmaconcern Sanofi.
2021
De koersen van de Nederlandse biotechbedrijven stegen gemiddeld met 4% en bleven daarmee ver achter bij de AEX-index (+28%). De koerswinst voor de biotechbedrijven was geheel te danken aan ProQR en Merus.
Nieuwkomer Lava Therapeutics presteerde in zijn eerste beursjaar opvallend slecht. Het aandeel van het Utrechtse bedrijf daalde 62% in waarde.
2022
De Nederlandse biotechbedrijven zagen hun koersen met gemiddeld 15,1% dalen, net iets meer dan de AEX-index verloor. Bedrijven die nieuwe geneesmiddelen ontwikkelen waren ook wereldwijd uit de gratie.
Grootste verliezer bij de Nederlandse ondernemingen was ProQR. De beurskoers van dit bedrijf uit Leiden daalde met 54%, doordat zijn medicijn tegen een zeldzame vorm van blindheid niet bleek te voldoen.
2023
De aandelen van Nederlandse biotechbedrijven verloren gemiddeld 15% van hun waarde. Het verschil met de AEX-index (+14%) was de afgelopen vijf jaar niet eerder zo groot.
De teruggang van UniQure drukte zwaar op het gemiddelde. Het aandeel van het Amsterdamse biotechbedrijf daalde 70% in waarde, door teleurstellende onderzoeksdata over zijn experimentele medicijn tegen een zeldzame hersenaandoening.
Het FD begon in 2019 met het bijhouden van de Oranje Biotech-index om meer inzicht te krijgen in de prestaties van Nederlandse bedrijven die geneesmiddelen ontwikkelen. Aanleiding daarvoor was de populariteit van biotechbedrijven bij particuliere beleggers, die worden aangetrokken door het perspectief van soms spectaculaire koerswinsten. De keerzijde daarvan is dat beleggen in biotechbedrijven geldt als riskant.
De tegenvallende koersontwikkeling van de bedrijven heeft volgens analist Suzanne van Voorthuizen van Van Lanschot Kempen niets te maken met de kwaliteit van het wetenschappelijk onderzoek. ‘Dat is uitstekend in Nederland.’ Wel kunnen ongelukkige strategische keuzes hebben bijgedragen aan de slechte score. Van Voorthuizen noemt UniQure als voorbeeld. Dit Amsterdamse bedrijf investeerde vooral in een geneesmiddel tegen een zeldzame hersenaandoening. Door die eenzijdigheid was het bedrijf kwetsbaar voor tegenvallers in zijn onderzoeksresultaten.
Die tegenvallers kwamen er ook, waardoor UniQure vorig jaar een koersverlies van 70% moest incasseren. Een positieve uitzondering onder de Nederlandse biotechbedrijven was Merus uit Utrecht, dat zijn beurskoers in 2023 met 78% zag stijgen. Het bedrijf ontwikkelt medicijnen tegen kanker. De zeven bedrijven uit de Oranje Biotech-index hebben allemaal een notering aan de Nasdaq in New York. De twee bekendste biotechbedrijven — Galapagos en Pharming — zijn ook genoteerd op Euronext Amsterdam.
Slechter dan branchegenoten
De Nederlandse biotechbedrijven deden het gemiddeld genomen niet alleen veel slechter dan de AEX-index, maar bleven ook ver achter bij hun collega-bedrijven wereldwijd. De belangrijke Nasdaq Biotech-index steeg de afgelopen vijf jaar 51%.
Een belangrijke reden voor de slechte score van Nederlandse bedrijven is het ontbreken van een succesverhaal. Andere Europese landen kenden wel uitschieters naar boven, met onder meer Argenx (België), BionTech (Duitsland) en Genmab (Denemarken).
In het eerste jaar (2019) van de Oranje Biotech-index deden de Nederlandse bedrijven het nog uitstekend, met een gemiddelde koerswinst van 48%. Die hoge score was voor een belangrijk deel te danken aan Galapagos, dat een miljardendeal had gesloten met het Amerikaanse farmabedrijf Gilead. Als gevolg van diverse tegenvallers belandde de koers van Galapagos na februari 2020 in een duikvlucht, die ook in 2023 aanhield.
De afgelopen vijf jaar zijn drie medicijnen van beursgenoteerde Nederlandse bedrijven (Galapagos, UniQure en Pharming) goedgekeurd, maar voor dat succes zijn hun aandeelhouders niet beloond. Galapagos heeft het eigendomsrecht op zijn zelfontwikkelde ontstekingsremmer zelfs al weer verkocht, vanwege gebrek aan commercieel perspectief. In het geval van Pharming kan de beloning nog komen; het Leidse bedrijf begon pas begin 2023 met de verkoop van zijn nieuwe medicijn Joenja tegen een zeldzame ziekte.
Niet wanhopen
De slechte koersprestaties van de Nederlandse biotechbedrijven zijn voor ceo Daniel de Boer van ProQR uit Leiden geen reden om te wanhopen. ‘De ontwikkeling van geneesmiddelen is een kwestie van lange adem. Een periode van vijf jaar is eigenlijk te kort om al conclusies te trekken’, zegt De Boer. ‘Dat zie je ook terug bij Amerikaanse bedrijven als Gilead en Vertex. Die hebben er tientallen jaren over gedaan om uit te groeien tot de successen die het nu zijn.’
De Nederlandse biotechbedrijven hebben in november en december nog sterk geprofiteerd van een eindejaarsrally. De zeven ondernemingen stonden twee maanden geleden op een gemiddeld koersverlies van 33%. Het verlies liep sterk terug doordat de vrees voor hogere rentes bij beleggers afnam. Hoge rentestanden hebben een sterke negatieve invloed op de beurskoersen van techbedrijven, en zeker van biotechbedrijven, omdat die lange aanloopverliezen kennen.
De zeven bedrijven uit de Oranje Biotech-index zijn Galapagos, Lava Therapeutics, Merus, NewAmsterdam Pharma, Pharming, ProQR en UniQure. Kiadis was ook enkele jaren opgenomen in de index, tot de onderneming drie jaar geleden werd overgenomen door het Franse farmaconcern Sanofi.
-11% in 2023
- Oprichting: 1999
- Ceo: Paul Stoffels
- Ziektegebieden: kanker en immunologie
- Beurswaarde: €2,4 mrd
- Beursdebuut: mei 2005 (op Euronext Amsterdam) en mei 2015 (Nasdaq, VS)
Onder druk van aanhoudende koersverliezen zag Galapagos zich afgelopen jaar gedwongen tot een radicale stap. Het bedrijf verkocht de eigendomsrechten op zijn enige goedgekeurde medicijn, de ontstekingsremmer Jyseleca. De focus ligt weer helemaal op het ontwikkelen van nieuwe medicijnen.
Veel aandacht van het bedrijf gaat uit naar de ontwikkeling van celtherapieën tegen kanker die in ziekenhuizen kunnen worden geproduceerd. Dat is volgens Galapagos in potentie ‘een revolutie in een revolutie’. Tot nu toe worden celtherapieën meestal in een gecentraliseerde fabriek gemaakt, ver weg van het ziekenhuis. Door het medicijn dichtbij de patiënten te maken, hoopt Galapagos de productietijd aanzienlijk te bekorten. En mogelijk de kwaliteit te verbeteren.
Beleggers zijn nog niet overtuigd van de nieuwe strategie. Op de beurs is Galapagos nog altijd veel minder waard dan het bedrijf aan kapitaal in kas heeft. Een ‘gênante’ situatie, zei topman Paul Stoffels afgelopen zomer in een interview met het FD. Hij hoopt het vertrouwen terug te winnen door meer vaart te maken met de ontwikkeling met nieuwe medicijnen.
-55% in 2023
- Oprichting: 2016
- Ceo: Steve Hurly
- Ziektegebieden: kanker
- Beurswaarde: €38 mln
- Beursdebuut: maart 2021 (op Nasdaq, VS)
Dramatisch is het beurstraject van Lava Therapeutics, een biotechbedrijf uit Utrecht dat in maart 2021 een beursnotering aan de Nasdaq kreeg. Biotechaandelen waren op dat moment populair, door toedoen van de coronapandemie. De introductiekoers van het aandeel Lava bedroeg $15 per aandeel. Eind 2023 was daar nog maar 10% van over.
Een van de redenen voor het koersverlies is het ingrijpende besluit van Lava halverwege vorig jaar om te stoppen met de ontwikkeling van zijn belangrijkste kandidaatsmedicijn, een middel tegen leukemie en andere bloedkankers. Concurrenten boeken zoveel vooruitgang op dit terrein, dat de Lava-bestuurders hun eigen kans op succes te klein achtten.
Lava gaat nu door met de ontwikkeling van een medicijn tegen prostaatkanker, maar de tussentijdse data zijn niet heel overtuigend. Dat is terug te zien in de beurskoers. Het bedrijf is op de beurs nog maar $40 mln waard, terwijl het circa $100 mln in kas heeft.
+78% in 2023
- Oprichting: 2003
- Ceo: Bill Lundberg
- Ziektegebieden: kanker
- Beurswaarde: €1,4 mrd
- Beursdebuut: mei 2016 (op Nasdaq, VS)
Merus was in 2022 nog een van de grote verliezers onder de Nederlandse biotechbedrijven. De beurskoers van het Utrechtse bedrijf halveerde ruimschoots. Maar zie, het kan verkeren. Merus presenteerde in 2023 positieve onderzoeksresultaten naar zijn belangrijkste kandidaatsmedicijnen, waardoor de koers omhoog schoot.
Een van de troefkaarten van Merus is zijn experimentele medicijn petosemtamab tegen hoofdhalskanker. Het biotechbedrijf gaat zijn patiëntenonderzoek naar het middel uitbreiden, in de hoop dat het ooit kan uitgroeien tot het belangrijkste medicijn tegen deze vorm van kanker.
Begin december was er ook tegenslag. Merus meldde drie bijzondere sterfgevallen bij een patiëntenonderzoek naar een nieuw middel tegen longkanker, waarna de beurskoers een duikeling maakte. Een week later overheerste al weer het positieve sentiment.
+2% in 2023
- Oprichting: 2019
- Ceo: Michael Davidson
- Ziektegebieden: hart- en vaatziektes
- Beurswaarde: €833 mln
- Beursdebuut: november 2022 (op Nasdaq, VS)
NewAmsterdam Pharma zakte in de loop van 2023 ver weg, met een koersverlies dat opliep tot ruim 40%. Maar het aandeel herpakte zich in het najaar, vooral dankzij positieve adviezen van analisten. Eerst was daar een koopadvies van RBC Capital Markets en in december ook van Van Lanschot Kempen. Die laatste noemde het Amsterdamse biotechbedrijf een ‘unsung hero‘ en zette het koersdoel op $28 per aandeel.
De hoop is dat NewAmsterdam Pharma het verschil kan maken in de bestrijding van hart- en vaatziektes. De ambities zijn hoog. Het bedrijf heeft vijf omvangrijke patiëntenstudies lopen naar de effectiviteit van zijn nieuwe cholesterolverlager. Dit medicijn heeft mogelijk ook positieve effecten voor patiënten met beginnende Alzheimer, wat een goudmijn kan zijn voor een farmaconcern.
In de Oranje Biotech-index is NewAmsterdam Pharma de laatste nieuwkomer. Het bedrijf kreeg eind 2022 een beursnotering. In feite gaat de onderneming al jaren mee, aanvankelijk onder de naam Dezima Pharma. Dat bedrijf was nog kortstondig onderdeel van het Amerikaanse farmaconcern Amgen.
-5% in 2023
- Oprichting: 1998
- Ceo: Sijmen de Vries
- Ziektegebieden: zeldzame aandoeningen
- Beurswaarde: €690 mln
- Beursdebuut: juli 1998 (op Euronext Amsterdam) en december 2020 (Nasdaq, VS)
Van de zeven Nederlandse beursgenoteerde biotechbedrijven is Pharming de enige die niet alleen geneesmiddelen ontwikkelt, maar ook verkoopt. Sinds vorig jaar zijn dat zelfs twee middelen. Want Pharming kon in maart 2023 een begin maken met de verkoop van zijn nieuwe medicijn Joenja tegen APDS, een zeldzame aandoening van het immuunsysteem.
Met Joenja loopt het nog geen storm, maar Pharming is tevreden over het begin, en hoopt uiteindelijk met het medicijn een omzet van honderden miljoenen per jaar te realiseren. Het bedrijf is ook nieuw onderzoek gestart om na te gaan of Joenja effectief kan zijn tegen meer zeldzame aandoeningen.
Intussen heeft Pharming een stabiele inkomstenstroom uit zijn eerste geneesmiddel, Ruconest. Dat zou mogelijkheden moeten bieden voor kleine acquisities. Beleggers nemen een afwachtende houding aan.
-46% in 2023
- Oprichting: 2012
- Ceo: Daniel de Boer
- Ziektegebieden: zeldzame aandoeningen
- Beurswaarde: €151 mln
- Beursdebuut: september 2018 (op Nasdaq, VS)
Het Leidse biotechbedrijf ProQR kondigde in maart een nieuwe strategie aan, die door beleggers niet enthousiast is ontvangen. Misschien wel begrijpelijk, want het gaat allemaal lang duren. In het beste geval kan het bedrijf pas eind 2024 beginnen aan patiëntenonderzoek met zijn twee belangrijkste kandidaatsmedicijnen.
De ambitie om een medicijn te ontwikkelen tegen een zeldzame vorm van blindheid heeft ProQR opgegeven. De rechten op het experimentele medicijn zijn verkocht en het bedrijf zet zijn kaarten nu op zijn eigen technologie om RNA te bewerken. Met die technologie heeft ProQR ook zijn twee belangrijkste kandidaatsmedicijnen – tegen een zeldzame leveraandoening en tegen hart- en vaatziektes – ontwikkeld.
Er zijn in ieder geval twee partijen die toekomst zien in de ProQR-technologie. Een van die twee is het grote Amerikaanse farmaconcern Eli Lilly dat meerdere samenwerkingsprogramma’s met ProQR heeft. De ander is Aat van Herk, de Rotterdamse vastgoedmiljardair en biotechinvesteerder, die dit jaar een belang van zeker 5% in ProQR verwierf.
-70% in 2023
- Oprichting: 1998
- Ceo: Matt Kapusta
- Ziektegebieden: zeldzame aandoeningen
- Beurswaarde: €293 mln
- Beursdebuut: februari 2014 (op Nasdaq, VS)
Het Amsterdamse biotechbedrijf UniQure kijkt terug op een dramatisch jaar. De onderneming presenteerde in juni voorlopige onderzoeksdata over haar belangrijkste medicijn, een gentherapie tegen de ziekte van Huntington, een zeldzame hersenaandoening. Die data waren niet overtuigend, met een afstraffing op de beurs tot gevolg.
Ondanks de negatieve koersreactie besloot UniQure in oktober door te gaan met zijn onderzoek naar een medicijn tegen huntington. Het bedrijf koos voor bezuinigingen op andere onderzoeksprogramma’s en zette onder meer een streep door zijn ambitie om een medicijn tegen de ziekte van Parkinson te ontwikkelen. Meer dan honderd arbeidsplaatsen gingen verloren, circa 20% van het totaal.
UniQure heeft nog even tijd om zich te herpakken, dankzij zijn sterke kaspositie van €600 mln. Dat moet genoeg zijn om de bestaande onderzoeksprogramma’s nog drie jaar te financieren.