In het kort
- Supermarkten en drankenfabrikanten hebben statiegeld nooit gewild.
- Twintig jaar lang hebben zij gelobbyd om het af te schaffen, uiteindelijk tevergeefs.
- Nu zijn zij verantwoordelijk voor het statiegeldsysteem, dat een puinhoop is.
Defect. Het gevreesde A4’tje met de zes koeienletters hangt weer op de smoezelige statiegeldautomaat in de supermarkt. Of het apparaat in een andere winkel vandaag wél de blikjes en flesjes van consumerend Nederland inslikt, is nog maar de vraag. En als die automaat het doet, moet je rekening houden met een lange rij, en met lekkende boodschappentassen die een glinsterend kleefspoor op de vloer achterlaten.
Het gaat moeizaam met de inname van blikjes en flesjes met statiegeld in supermarkten. Het systeem is ontploft, vooral sinds er vorig jaar 2,5 miljard blikjes per jaar aan de groeiende lijst statiegeldverpakkingen werden toegevoegd. De gevolgen zijn ellendig: statiegeldautomaten die om de haverklap kapotgaan en gefrustreerde consumenten die hun blikjes en flessen dan toch maar dumpen in de vuilnisbakken op straat, waar zwervers ze vervolgens uit vissen. Hoe heeft dit kunnen gebeuren?
Het is duidelijk dat de supermarkten nooit enthousiast zijn geweest over statiegeld. Samen met de drankenfabrikanten hebben ze jarenlang geprobeerd de heffing van statiegeld op grote en kleine plastic flessen én blikjes te voorkomen.
Ze hanteerden de tactiek van wat critici ‘meestribbelen’ noemen: veel overleg, een beetje meewerken, geregeld alternatieven presenteren en op de achtergrond zwaar lobbyen om het statiegeldsysteem voor plastic flesjes en — sinds kort — blikjes afgeschaft te krijgen. Vaak met succes: vier keer lukte het ze om uitbreiding van het statiegeldsysteem te vertragen. ‘Het zou niet zo moeten zijn, maar we komen overal mee weg’, concludeerde een anonieme bron uit de achterban van supermarkten en drankenfabrikanten in die tijd.
De motivatie van de supermarkten was vooral economisch: het uitdijende systeem van statiegeldheffing vergt grote investeringen in apparaten en menskracht én gaat ten koste van de ruimte in de winkel en het magazijn. Frisdrank- en bierfabrikanten vinden dat het statiegeld hun producten onnodig duurder maakt.
Een gevolg van het meestribbelen was dat supermarkten te laat waren met hun investeringen in meer en betere statiegeldautomaten, blijkt uit een reconstructie van het FD. Het aantal blikjes en flesjes dat Nederlanders jaarlijks bij statiegeldautomaten moeten inleveren is meer dan verzesvoudigd, van 600 miljoen per jaar in 2020 naar 4 miljard stuks in 2024. Het aantal statiegeldautomaten is in diezelfde periode fors achtergebleven, met een toename van minder dan 20%. Het is de uitkomst van tientallen jaren strijd voor en tegen statiegeld.
Nederland kent lange rijen bij de flessen- en blikjesinname, zoals ook hier bij de Albert Heijn in Burgh-Haamstede. Doordat het aantal statiegeldautomaten nauwelijks is toegenomen, draaien de bestaande automaten overuren.
Een monteur van statiegeldautomatenbouwer Tomra in Apeldoorn onderhoudt een apparaat van Aldi. Sinds er statiegeld op blikjes is, gaan de automaten vaker stuk.
Een man zoekt naar lege flesjes en blikjes in een prullenbak in Utrecht. Onder meer vanwege een gebrek aan innamepunten gooien mensen hun statiegeldverpakkingen toch maar bij het restafval.
Sinds de invoering van statiegeld op kleine flesjes en blikjes zijn opengebroken afvalbakken en rondslingerend afval een vertrouwd straatbeeld geworden, zeker op drukke plekken zoals de Amsterdamse binnenstad. Wel is het aantal kleine plastic flesjes en blikjes in het zwerfafval met 60% afgenomen.
Op z’n zachtst gezegd is het een gevoelige snaar die minister Jan Pronk (PvdA) van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu raakt als hij in 2001 als eerste voorstelt om statiegeld op kleine plastic flesjes en blikjes te heffen. De alarmbellen gaan af bij het bedrijfsleven. Voor hen betekent statiegeld veel gedoe en bijbetalen. Dat het op grote plastic flessen zit, vinden ze al erg genoeg. ‘De industrie vond mij wel een lastpak’, zegt Pronk in het tv-programma Haagse Lobby. Hij was de eerste van velen, want de statiegeldstrijd zou ruim twintig jaar duren.
De meerderheid van de Tweede Kamer is het met de gedreven Pronk eens: statiegeld moet, naast de grote plastic flessen, ook gaan gelden voor kleine plastic flesjes en blik. Nederland is eraan gewend: op grote flessen zit dan al veertig jaar statiegeld, want het was goedkoper om flessen opnieuw te vullen dan om nieuwe te maken. Wel moet Pronk van de Kamerleden nog een keer overleggen met het bedrijfsleven — het zijn de hoogtijdagen van polderen.
Het bedrijfsleven, met een belangrijke stem voor supermarkten en frisdrankfabrikanten, gaat niet akkoord met statiegeld op kleine plastic flesjes en blikjes. Het zou te duur zijn. Ze houden voet bij stuk en de Kamermeerderheid lijkt er niet meer toe te doen, aangezien de conclusie is: statiegeldheffing op kleine plastic flesjes en blik wordt uitgesteld. ‘Ik heb die onderhandeling destijds verloren’, erkent oud-minister Pronk met een verslagen knikje in Haagse Lobby. Het eerste succes van het bedrijfsleven tegen statiegeld is een feit.
De winst heeft wel een prijs. Het bedrijfsleven krijgt van Pronk de opdracht om het aantal kleine plastic flesjes en blikjes in het zwerfafval met 80% te reduceren. De minister geeft ze daarvoor twee jaar de tijd. Dat doel halen ze niet: op de meeste plekken neemt het zwerfafval juist toe, en hoeveel plastic flesjes en blikjes daar nog inzitten is onduidelijk.
Hierna wacht het bedrijfsleven een tweede overwinning. Het statiegelddossier is inmiddels overgeheveld van de felle, linkse Jan Pronk naar Pieter van Geel, namens het CDA staatssecretaris van Milieu. Die ziet in 2006 af van een uitbreiding van het statiegeldsysteem. De reden? Bedrijven willen anders niet meer meewerken aan de aanpak van zwerfafval, aldus Van Geel.
Het bedrijfsleven komt in 2009 met een alternatief: Plastic Heroes, een campagne met een afbeelding van een plastic mannetje op afvalbakken. Aan haakjes op lantaarnpalen hangen door heel het land doorzichtige zakken met plastic afval, die de gemeente vervolgens ophaalt.
Dat zou een win-winsituatie moeten opleveren. Het milieu wordt ontzien omdat alle plastic kan worden gerecycled. En mocht ook het statiegeld op grote plastic flessen verdwijnen — de ultieme wens van het bedrijfsleven — dan kunnen consumenten ook grote flessen via dit systeem recyclen.
‘Plastic Heroes is als reactie gebruikt om het statiegelddossier te ondermijnen’, vindt oud-Kamerlid Carla Dik-Faber van de ChristenUnie. Supermarkten en frisdrankfabrikanten hebben op dit moment de wind in de rug op het statiegelddossier. Het lijkt dan nog ondenkbaar dat hun lobby ooit het onderspit zal moeten delven en dat er miljarden verpakkingen bij het statiegeldsysteem zullen komen.
Een paar jaar later wordt pas echt duidelijk hoe machtig de meestribbel-lobby van het bedrijfsleven is. ‘Statiegeld is peper- en peperduur’, verklaart de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, de CDA’er Joop Atsma, in maart 2012 in de Tweede Kamer. Als het aan hem ligt, schaft de overheid het statiegeld op grote plastic flessen zo snel mogelijk af. Dus niet meer, maar juist mínder statiegeld.
Het is het uitgelezen moment voor de meest uitgesproken aanvoerder van de anti-statiegeldlobby om zijn intrede te doen. Cees de Mol van Otterloo, oud-topman van Coca-Cola Nederland, neemt het directeurschap op zich van de nieuwe stichting Afvalfonds Verpakkingen, die tegenwoordig door het leven gaat onder de naam Verpact. Via de stichting behartigt hij de belangen van supermarkten en drankenfabrikanten samen. Hij zal zich ontpoppen tot de felste tegenstander van statiegeld. En hij maakt zich klaar om de derde en grootste overwinning tot nu toe binnen te slepen.
Regeringspartijen CDA en VVD zijn het met De Mol van Otterloo eens. De andere politieke partijen willen daarentegen het statiegeld op grote plastic flessen behouden. Net als 74% van de Nederlanders, dat het statiegeld zelfs wil uitbreiden naar kleine flesjes en blik, aldus cijfers van onderzoeksbureau TNS NIPO in opdracht van een actiegroep. Nederlanders willen statiegeld om zwerfafval terug te dringen en omdat de ingeleverde petflessen ‘schone’ afvalstromen zijn. Afvalverwerkers kunnen er makkelijk nieuwe flessen van maken.
Maar staatssecretaris Atsma luistert vooral naar het bedrijfsleven. Dat heeft het ‘bewijs’ aangedragen dat Atsma inzet in het Kameroverleg. ‘Het voelde als een oneerlijke strijd’, zegt Dik-Faber. ‘Wij probeerden met een fractie van vijf man statiegeld te behouden, terwijl de intense lobby van supermarkten en de drankenindustrie bij het machtige ministerie voet aan de grond kreeg.’
Dat gaat op gewiekste wijze. Het bedrijfsleven vraagt een rapport aan bij Wageningen University & Research over de kosten van het statiegeldsysteem. De basis van het rapport zijn data van supermarkten en drankenproducenten zelf. Dat rapport is nog geheim, maar toch baseert Atsma zich in de Kamer op een conceptversie ervan, tot verrassing en ongenoegen van de Wageningse wetenschappers. De conclusie die Atsma op basis van het rapport trekt: statiegeld is erg duur.
Dat blijkt een halve waarheid, als het eindrapport een maand later verschijnt. In die definitieve versie wordt het maatschappelijke perspectief van het statiegeldsysteem meegenomen, en niet alleen de kosten voor supermarkten en fabrikanten. Dan blijkt dat dit systeem lang niet zo duur is als Atsma beweert.
Toch gaat de Kamer akkoord met Atsma: statiegeld op grote plastic flessen mag weg. Piet Vink, voormalig financieel directeur van supermarktketen Aldi, zegt: ‘De staatssecretaris en de leidinggevende ambtenaar ondersteunden de agenda van het Afvalfonds om van statiegeld af te komen.’ De leidinggevende ambtenaar zou tevens jaren later de nieuwe directeur van het Afvalfonds worden. De supermarktsector, met voorop De Mol van Otterloo, viert de winst.
Maar zoals eerder, heeft de overwinning een prijs. In ruil voor de geplande afschaffing van statiegeld op grote plastic flessen moeten supermarkten en producenten voor 2015 onder meer gratis plastic tasjes en een verboden plasticsoort uit verpakkingen in de supermarkt weren. Ook gaat het Afvalfonds jaarlijks €20 mln betalen aan gemeentes voor de aanpak van zwerfafval. Houdt het bedrijfsleven zich daar aan, dan mag van Atsma het statiegeld voorgoed de afvalbak in.
Maar het feest gaat niet door. In mei 2015 toont een milieuactivist aan dat supermarkten zich niet aan de afspraken houden. Hij vindt de verboden plasticsoort in verpakkingen in de winkel, waarop de Tweede Kamer beslist dat statiegeld tóch niet gaat verdwijnen. ‘Een domme fout’, zegt Philip den Ouden, belangenvertegenwoordiger van de drankenfabrikanten in tv-programma Haagse Lobby, over de schending van die ene afspraak die relatief makkelijk haalbaar was. ‘We zijn gestruikeld over het allerkleinste kiezeltje.’
Het wordt nog erger. De Tweede Kamer begint zelfs te voelen voor uitbreiding van het statiegeldsysteem — alweer. Ook de kleine plastic flesjes komen in beeld voor statiegeldheffing. De Mol van Otterloo doet op een hoorzitting in 2017 een laatste poging om statiegelduitbreiding te verhinderen.
Als statiegeld op kleine flesjes en blikjes er komt, beschouwen wij dat als een contractbreuk door de wetgever, zegt hij. ‘Het is dan de vraag of wij aanvullende afspraken die in de overeenkomst (uit 2012, red.) staan, nog kunnen en willen financieren.’ Hij noemt de €20 mln die het Afvalfonds jaarlijks aan gemeenten betaalt voor de aanpak van zwerfafval als voorbeeld.
Staatssecretaris Stientje van Veldhoven (D66) geeft het bedrijfsleven nog een kans. Blikjes laat ze nog even ongemoeid, maar tussen 2018 en 2020 moet het aantal kleine plastic flesjes in het milieu met 70% tot 90% dalen. Anders komt er statiegeld op kleine plastic flesjes.
Dat doel wordt niet gehaald, en de staatssecretaris besluit in april 2020 dat het statiegeldsysteem uitgebreid gaat worden. Het is het eerste grote verlies voor het bedrijfsleven. Wat het extra pijnlijk maakt, is dat de grootmachten als Albert Heijn en Coca-Cola een paar jaar eerder nog zo dicht bij de gewenste afschaffing van statiegeld op plastic flessen waren.
Die teleurstelling geldt ook voor de directeur. ‘Het was de enige keer dat ik Cees de Mol van Otterloo echt boos heb gezien’, zegt een anonieme ambtenaar. Waar de meedogenloze Afvalfonds-aanvoerder zo lang voor heeft gestreden, was nu voorgoed van de baan. En De Mol van Otterloo wacht meteen de volgende strijd, want een tweede nederlaag dient zich aan: statiegeld op blik. Het is er nog niet, maar de politiek en maatschappij vragen er wel om.
De regering bepaalt in 2021 dat het statiegeldsysteem per januari 2023 ook gaat gelden voor blikjes, waarvan er jaarlijks 2,5 miljard op de markt komen. Supermarkten voorzien problemen met voedselveiligheid en ruimtegebrek om de blikjes in te zamelen, en zetten alles op alles om deze nieuwe berg aan afval buiten de winkel te houden.
‘Je kunt niet zomaar een statiegeldautomaat naast de andere zetten, je moet je hele proces omdenken’, zegt Jeroen Hillen, directeur van Statiegeld Nederland, onderdeel van het Afvalfonds. ‘Die meters zijn niet zomaar beschikbaar.’ Hillen is oud-manager bedrijfsontwikkeling van supermarktketen Lidl.
Alsof dat nog niet genoeg is, blijkt de inzameling van blik de splijtzwam waardoor het front van supermarkten en drankenfabrikanten uit elkaar valt. De statiegeldstrijd verplaatst zich van de gangen op het ministerie tot achter de gesloten deuren van het Afvalfonds. En daar barst het los.
In het Utrechtse telcentrum van Verpact komen de zakken vol ingezamelde blikjes en flesjes binnen. Per week verwerkt dit telcentrum 5,5 miljoen statiegeldverpakkingen.
Medewerkers legen de zakken boven de lopende banden van de sorteermachines. Het opvallendste aan de loods waar dit plaatsvindt is de geur. De penetrante mengelmoes van oudbakken bier en mierzoete energydrink overrompelt de bezoeker.
De machines scheiden en scannen de blikjes en flessen. Drankenfabrikanten zoals Red Bull en Coca-Cola krijgen hun aandeel aan grondstoffen terug (aluminium en pet). Daar maken ze nieuwe verpakkingen van.
Directeur van Statiegeld Nederland Jeroen Hillen en Hester Klein Lankhorst, directeur van Verpact, voorheen Afvalfonds. Ze staan achter de balen aan blikjes en pet die uit de persmachine komen.
Het Afvalfonds, waarin niet de drankenproducenten maar de supermarkten het hoogste woord hebben, maakt zich hard om blik op straat in te zamelen in een zogeheten circulaire hub. Dat zou een afvalstation zijn vóór de supermarkt waar consumenten hun blikjes kwijt zouden kunnen. Milieuactivisten noemen de ‘statiegelddixi’s’ een ‘rampzalig plan’, want wie gaat die inzamelpunten onderhouden en hoe voorkom je zwerfafval eromheen?
De drankenproducenten — nu ook vergezeld van de brouwers — zijn niet te spreken over de circulaire hubs. Het is nog niet bewezen dat een inzamelsysteem buiten supermarkten werkt, schrijft fabrikantenvertegenwoordiger FNLI aan staatssecretaris Steven van Weyenberg (D66), de vijfde op dit dossier sinds Atsma’s uitspraak. De fabrikanten vragen om hulp, want zelf komen ze er met de supermarkten niet uit. De staatssecretaris weigert de rol van bemiddelaar: hij wil geen ‘scheidsrechter zijn in hun onderlinge discussie.’
Dan gaan de supermarkten over op powerplay. Buiten werktijd vinden er telefoontjes plaats van supermarktbazen naar fabrikanten. In die gesprekken adviseren de supermarkten de fabrikanten met klem om zich achter het idee van de circulaire hubs te scharen. Een ingewijde uit de achterban van het Afvalfonds: ‘Als er echt keuzes gemaakt moeten worden, gaan er ’s nachts belletjes over en weer waarin wordt gezegd: als je niet instemt, verkoop ik je product niet meer. En dan zwichten de Coca-Cola’s, Heinekens en Red Bulls van deze wereld.’
De nieuwe directeur van het Afvalfonds, Hester Klein Lankhorst, wil over de ruzies tussen supermarkten en fabrikanten niet veel meer kwijt dan dat ze ‘af en toe het onderhandelingsproces moest begeleiden’.
Zoals wel vaker, moeten de fabrikanten buigen in de strijd met de machtige supermarkten. ‘Er zijn vijf inkooppartijen tegenover een veelvoud van producenten’, erkent voormalig Aldi-topman Piet Vink. ‘Dat bepaalt natuurlijk de verhoudingen.’ Een ingewijde uit de achterban van supermarkten en drankenfabrikanten zegt: ‘Met alleen de omzet in horeca en snackbars kom je er niet als drankenfabrikant.’
De ingewijde zegt over het Afvalfonds: ‘Iedereen zit daar bij gratie van de supermarkten.’ De ongelijkheid komt ook fysiek tot uiting: de belangenvereniging van de supermarkten (CBL) zit in hetzelfde gebouw als het Afvalfonds, of beter gezegd: het Afvalfonds woont in bij het CBL in Leidschendam. Fabrikantenvereniging FNLI zit tien kilometer verderop, in Den Haag. Het Afvalfonds zelf zegt dat de rollen voor supermarkten en fabrikanten gelijk zijn verdeeld binnen de organisatie.
Maar hoewel ze de fabrikanten weer min of meer in hun kamp hebben getrokken, is de laatste slag voor de supermarkten toch niet gewonnen. Ditmaal zijn het de gemeenten die een streep zetten door de poging om de inzameling van blik buiten de supermarkten te houden. Gemeenten zien al die innamepunten op pleinen en straten niet zitten. Ze vrezen vervuiling en een te groot beslag op de openbare ruimte. En het zijn de gemeenten die over de vergunningen van zulke innamepunten gaan.
Het is de definitieve doodsteek voor het blik-buiten-de-deurbeleid van supermarkten. Belangenbehartiger CBL laat met een persbericht aan de wereld weten dat supermarkten per januari 2023 blik in de winkels zullen inzamelen. De datum is wettelijk vastgelegd. Een andere ingewijde, die is betrokken bij de achterban van het Afvalfonds, zegt dat de ommezwaai van de supermarkten voor veel woede zorgt onder hun leden. Dat zijn ‘mensen die gewend zijn om machtspolitiek te spelen. Daar zit zo veel emotie, dat is ongekend.’
Ondertussen ruziën supermarkten en drankenfabrikanten verder over de kosten. Ze komen in het voorjaar van 2022 tot overeenstemming: de supermarkten krijgen eenmalig €10 mln van producenten om akkoord te gaan met blikinzameling binnen de supermarkt. Daarnaast krijgen de winkeliers een vergoeding per ingezameld blikje of flesje, bedoeld om de kosten te dekken.
Met het gesteggel is intussen zoveel tijd heengegaan dat de deadline van januari 2023 niet haalbaar blijkt. Een hoge ambtenaar zegt: ‘Eerst heeft het bedrijfsleven anderhalf jaar onderling ruzie gemaakt en geen voortgang geboekt. Vervolgens zeiden ze: we krijgen het niet op tijd voor elkaar.’ Meestribbelen, tot op het laatste moment.
Toezichthouder Inspectie Leefomgeving en Transport bestraft het Afvalfonds met een dwangsom voor de vertraging. Dat pikt het Afvalfonds niet. Het sleept de inspectie voor de rechter, en krijgt gelijk. Er zijn nog onvoldoende statiegeldautomaten beschikbaar, dus praktische problemen staan een soepele start in de weg, zegt de rechter. Hij scheldt de dwangsom voor de te late start van het statiegeldsysteem op blik kwijt. Daar is dan toch nog een kleine overwinning voor het bedrijfsleven, te midden van een lange reeks ellende.
De klant koopt een flesje of blikje en betaalt statiegeld aan de supermarkt. De supermarkt heeft het statiegeld bij de inkoop al afgedragen aan de drankenfabrikant.
De fabrikant betaalt het statiegeld aan stichting Verpact, dat voorheen Afvalfonds Verpakkingen heette. Om de kosten van het statiegeldsysteem te dekken, betalen fabrikanten ook nog een bijdrage per blikje of flesje. Die bijdrage is vorig jaar verlaagd.
Verpact regelt het statiegeldsysteem van Nederland. Supermarkten en frisdrankfabrikanten zijn hierin vertegenwoordigd. Verpact betaalt statiegeld terug aan de supermarkt wanneer een klant een blikje of flesje inlevert, die het geld weer van de supermarkt ontvangt.
Toch blijft er veel geld staan bij Verpact. Nederlanders lieten de afgelopen drie jaar €374 mln liggen door blikjes en flessen niet in te leveren. Verpact gebruikt dat geld om meer automaten te kopen, rapper Donnie in te huren voor campagnes en supermarkten te vergoeden per ingenomen blikje of flesje.
In april 2023 is het zo ver, na ruim twintig jaar: de supermarkten zijn klaar om de blikjes met statiegeld in te zamelen. Het systeem van statiegeld geldt voor grote (€0,25) en kleine (€0,15) petflessen en voor blikjes (€0,15), maar goed draait het niet. De uitvoerders ervan, de supermarkten, zijn tevens de grootste tegenstanders.
Dat loopt niet op rolletjes, blijkt in vele Nederlandse winkels. De opvolger van het Afvalfonds, het tegenwoordige Verpact, haalt de wettelijke inzamelnorm van 90% ingezamelde flesjes en blikjes niet; begin dit jaar staat de teller op iets meer dan 75%. In het zwerfafval is wel al effect te zien: daar liggen nu 60% minder blikjes en plastic flesjes.
Verpact verwacht pas in 2026 aan de wet te voldoen. Directeur Klein Lankhorst benadrukt dat ‘het tijd kost om een statiegeldsysteem te realiseren’. Het gaat in haar ogen ‘juist al goed in Nederland. Supermarkten hebben al heel wat voor elkaar gebokst’.
Statiegeldautomatenbouwer Tomra vertelt een ander verhaal. ‘Bestellingen voor automaten die blik verwerken kwamen pas in 2023 op gang’, laat het bedrijf weten. En toen was er al de verplichting om blik in te zamelen.
Het aantal automaten in Nederland ligt momenteel op rond 5000, een toename van 20% ten opzichte van 2020. Het aantal verpakkingen dat jaarlijks door de automaten moet, ligt echter op 4 miljard, tegen 600 miljoen in 2020.
Ironisch genoeg zit Verpact door het haperen van het statiegeldsysteem op een enorme geldberg. Als consumenten statiegeld betalen zonder het flesje of blikje later weer in te leveren, blijft het geld op de rekening van Verpact staan. Inmiddels gaat het om €374 mln aan niet-geïnd statiegeld dat bij stichting Verpact is binnengekomen. De stichting zegt dit geld in te zetten om het statiegeldsysteem te verbeteren. ‘We hebben geen winstoogmerk.’
De Inspectie Leefomgeving en Transport zit Verpact echter op de nek. De inspectie wil supermarkten en fabrikanten dwangsommen opleggen tot €300 mln als het Verpact niet lukt Nederland er snel van te overtuigen 90% van zijn blikjes en flessen in te leveren. Verpact zegt ILT dan opnieuw voor de rechter te zullen slepen, ‘als het nodig is.’
Ook politiek broeit het weer. Tijdens de formerende gesprekken van de vier partijen in de regeringscoalitie PVV, VVD, NSC en BBB, zo blijkt uit een brief van formateur Elbert Dijkgraaf aan minister-president Mark Rutte, is gevraagd naar de ‘snelst mogelijke termijn om statiegeld op blikjes en kleine plastic flesjes af te schaffen’. Toenmalig CDA-staatssecretaris Vivianne Heijnen reageerde hierop schriftelijk. De strekking van haar antwoord: schaf het niet af.
De geschiedenis van statiegeld
De melkboer die zijn flessen weer vulde en de bierflesjes die consumenten al sinds jaar en dag naar de winkel brengen: Nederland kent al decennialang vormen van een statiegeldsysteem. Voor bierflesjes gaat het zelfs nog verder terug: al sinds 1856 hervullen brouwers hun flesjes omdat nieuw glas duur is.
Het systeem zoals we het nu kennen is in 1962 door fabrikanten opgericht voor glazen flessen omdat het goedkoper bleek de flessen opnieuw te vullen dan ze nieuw te maken. In de jaren ’80 werd glas veelal vervangen door hard plastic, dat ook nog duur was om te maken.
Weer tien jaar later volgden flessen voor eenmalig gebruik die waren gemaakt van de kunststof pet. Vanaf toen werd statiegeld vanuit economisch oogpunt minder interessant voor fabrikanten, maar inmiddels is dat weer helemaal anders: nu hechten fabrikanten juist waarde aan pet, omdat ze het kunnen hergebruiken in nieuwe flessen.
Blik als killer bij bloedende koeien
De invoering van statiegeld op blik komt in een stroomversnelling door een opvallende speler: de boeren. Vierduizend koeien blijken jaarlijks dood te gaan doordat er scherpe stukjes in het gemaaide en gedroogde gras zitten, die hun magen openscheuren. Die scherpe stukjes zijn onder meer afkomstig van blikjes die mensen in het weiland hebben weggegooid. Op sociale media verschijnen in 2019 beelden van koeien die uit hun mond bloeden en sterven. Blik als killer.
Zo schaart boerenbelangenorganisatie LTO zich bij de voorstanders van statiegeld op blik. Daardoor verschuift ook de positie van het CDA, van oudsher vriend van de boeren. De christendemocraten zijn nu vóór statiegeld op blikjes. De VVD, die ooit een persbericht uitgaf getiteld ‘Statiegeld dankzij VVD verleden tijd’, komt alleen te staan in Den Haag. Dus is de politiek gekanteld, door bloedende koeien.
Verantwoording
Deze reconstructie is tot stand gekomen door archiefonderzoek, het inzien van interne documenten en interviews met achttien bronnen, van wie met sommigen meer dan eens werd gesproken. De namen van anonieme bronnen zijn bij de hoofdredactie bekend.
De uitspraken van anonieme bronnen zijn geverifieerd en bevestigd door andere bronnen. Indien mogelijk is er documentatie gevonden om de uitspraken te staven.
Er is contact opgenomen met Albert Heijn, Jumbo, Aldi, Lidl en Superunie. Alle vijf verwezen door naar supermarktenvereniging CBL, die op haar beurt doorverwees naar Verpact (voorheen Afvalfonds Verpakkingen). Verpact liet weten niet over de periode vóór 2021 te willen spreken, omdat er toen andere bestuurders waren.
De belangenbehartiger van de fabrikanten, FNLI, liet ook weten alleen bij monde van Verpact te willen praten. Dat geldt ook voor de Nederlandse vereniging Frisdranken, Waters & Sappen (FWS), Coca-Cola, Heineken en CBL-voorzitter Bert Roetert. Cees de Mol van Otterloo gaf aan niet in gesprek te willen gaan met het FD.