Slecht beursjaar legt goede doelen op de pijnbank

Goede doelen op de beurs

Slecht beursjaar legt goede doelen op de pijnbank

Nederlandse goede doelen hebben samen ruim €1,6 mrd belegd in effecten. Vorig jaar zagen ze gezamenlijk circa €250 mln verdampen. Is het wel verstandig dat zij beleggen?

In het kort

  • Nederlandse goede doelen hebben samen ruim €1,6 mrd belegd in effecten.
  • De rendementen over 2022 zijn dramatisch, maar stilzitten is het devies.
  • Om de financiële gezondheid weer op te krikken zijn betere beursjaren nodig.

‘Buikpijn’. Dat krijgt directeur Henriëtte Hulsebosch van hulporganisatie Kansfonds als ze kijkt naar de jaarrekening over 2022. Pandemie, oorlog, energiecrisis en woningnood zijn sowieso al een ramp voor kwetsbaren in de samenleving, waar het Kansfonds zich op richt. En dan is er ook nog een dikke min op de effecten.

Het koersverlies van het fonds, dat teruggaat tot de noodhulp voor Rotterdammers na het nazi-bombardement van 1940, was vorig jaar €5,27 mln. Daar komt de torenhoge inflatie nog overheen.

Net als bij andere goede doelen loopt de continuïteit van het Kansfonds met een via Rabobank belegd vermogen van €28 mln nu geen gevaar. ‘Maar het is extra zuur omdat wij werken met maatschappelijk geld. In zware tijden, als mensen ons nodig hebben, smelt ons vermogen weg. Ik kan dat moeilijk uitleggen’, zegt Hulsebosch die zich sinds haar jeugd in een katholiek gezin in de bollenstreek inzet voor minderbedeelden.

Nederland telt honderden liefdadigheidsfondsen. De zogeheten hybride fondsen kunnen naast hun donaties ook het rendement op hun belegde stamvermogen (het oorspronkelijk ingebrachte startkapitaal) besteden aan hun goede doel. Belastingplichtigen betalen indirect mee via de fiscale vrijstellingen voor de fondsen en de ruime overheidssubsidies.

Het FD onderzocht hoe de beleggingen van goede doelen in 2022 hebben gepresteerd, op basis van jaarverslagen, data van goeddoelentoezichthouder CBF en een rondvraag bij de fondsen zelf. Daaruit bleek dat ze zelden vragen krijgen over die beleggingen.

De aard van de beleggingen maakt soms meer los dan de rendementen. ‘Onze donateurs willen dat wij zorgvuldig omgaan met ons vermogen én dat we ons geld duurzaam beleggen’, aldus financieel directeur Pauline Mulder van Natuurmonumenten. ‘Om groen te kunnen beleggen accepteren wij een iets hoger risicoprofiel.’

Honderden miljoenen minder rendement

Ruim zeventig bij het CBF aangesloten fondsen beleggen een deel van hun vermogen. In de top 25 van beleggende fondsenwervers van het CBF loopt het belegd vermogen op van €7 mln tot bijna €290 mln. ‘We beleggen voor de lange termijn’, zeggen ze in koor. Maar over vijf jaar ziet het er door rampjaar 2022 vaak niet goed uit.

Net als veel andere beleggers lieten de fondsen zich verrassen door verliezen op zowel de aandelen als obligaties. ‘Een bijzonder vervelende giftige cocktail’, zegt Jos Sweers, financieel directeur van de Hartstichting.

De klassieke ‘veilige’ formule van ruwweg twee derde van de beleggingen in vastrentende waarden en een derde in aandelen werkte in 2022 niet. ‘Het leverde ons het slechtste jaar ooit op’, zegt Erik van Meerveld, financieel manager van Wilde Ganzen, sinds 1957 armoedebestrijder. ‘Ook in 2018 hadden we een min. Met twee slechte jaren wordt het langjarige beeld helaas sterk verstoord.’

Geen portefeuillewijzigingen

Onlangs werd bekend dat de kleine stichting waarmee Prins Bernhard van Oranje geld inzamelt voor onderzoek naar lymfeklierkanker, zijn hele obligatieportefeuille heeft verkocht na flinke verliezen. Maar voor de grote fondsen was het rampjaar geen reden voor drastische portefeuillewijzigingen, zeggen bestuurders. Het nemen van verliezen gebeurde weinig.

Van de 200 grotere fondsen belegt een derde, met ieder hun eigen missies en doelen en risicoprofielen. Zoals KNGF Geleidehonden, dat €23 mln aan vermogen aanhoudt ter financiering van de fok, opleiding en levering van vervangende honden voor huidige cliënten voor de komende acht jaar.

Illustratie: Anna Grunske voor Het Financieele Dagblad

De Koninklijke Nederlandse Redding Maatschappij (KNRM) heeft 75 boten die op termijn aan vervanging toe zijn. De KNRM belegt het grootste deel van zijn vermogen van €115 mln. Loek Schoenmaker trad in januari aan als cfo. ‘In ons 200-jarig bestaan deden we het alleen in 2008 nóg slechter’, zegt hij. ‘Wij zijn goed in het met gevaar voor eigen leven redden van mensen in nood op zee. Beleggen besteden we uit.’

Van Lanschot Kempen en InsingerGilissen boekten vorig jaar voor KNRM een min van meer dan 15%. Het meeste van het koersverlies van €19,5 mln kwam van de grotere obligatieportefeuille. Meer geld zetten op aandelen gaat niet zomaar. Als aandelen stijgen, zoals dit jaar, verplicht het statuut om de portefeuille weer in balans te brengen met een vaste verhouding tussen aandelen en veel obligaties. ‘Als we dat nu omgooien wordt het speculeren.’

De KNRM staat langjarig nog in de plus. Maar KWF Kankerbestrijding meldt over vijf jaar een verlies. Voormalig Robeco-topman Jaap van Duijn zat daar acht jaar in de beleggingscommissie. ‘Het was een rampjaar door het slechtste jaar ooit voor obligaties’, zegt hij. De schuldige? ‘Het idiote wanbeleid van de ECB.’

Ondanks een professionaliseringsslag en het aanstellen van fiduciair adviseur IBS Capital Management, meldt KWF een gemiddeld jaarlijks rendement in vijf jaar van -0,3%. Over die periode betaalde KWF €2,5 mln aan vermogensbeheerkosten. De min in 2022 was 10,6%.

BN'ers lopen hard tijdens de presentatie van een nieuwe collectebus, waarmee contactloos gepind kan worden.
BN'ers lopen hard tijdens de presentatie van een nieuwe collectebus, waarmee contactloos gepind kan worden.Foto: Remko de Waal/ANP

Voorbeeld: KWF Kankerbestrijding

KWF financiert meerjarig wetenschappelijk onderzoek en beheert tot het moment van uitbetaling het vermogen (ultimo 2022 was deze uitkeringsverplichting €298 mln). Ongeveer €240 mln wordt belegd. Dat is niet altijd zo. Het beleggingsbeleid is een paar keer herzien.

Van 2000 tot en met 2007 belegde KWF circa 20% aandelen via zogeheten AEX-trackers en de rest staatsobligaties en deposito’s. Eind 2007 besloot het deze aandelenbeleggingen te verkopen. ‘Een schot in de roos’, schreef KWF destijds in het jaarverslag. Kort erna daalden de koersen dramatisch.

Gelokt door de lage beurskoersen besloot het KWF een klein deel van het vermogen in 2008 toch weer weg te zetten in AEX-trackers. Dat is met koerswinst verkocht. KWF besloot in 2009 namelijk het volledige vermogen te steken in obligatieleningen Nederlandse Staat (10/20%) en cash (80/90%).

In 2016 werd de portefeuille opnieuw ingericht met 20% aandelen, 70% obligaties en 10% cash. De vermogensbeheerder IBS Capital Management werd toen aangesteld voor het beheer van de aandelen.

In 2021 werd de verdeling 50% obligaties, 25% aandelen, 15% alternatieve beleggingen en 10% cash. IBS werd toen de fiduciair vermogensbeheerder en KWF maakte de switch van actieve mandaten naar passieve mandaten, met de gebruikelijke uitsluitingen.

Het vermogen slonk in 2022 met €36,1 mln. Dat was na een uitzonderlijk negatief rendement van 10,6%, volgens hun eigen opgaven.

KWF zegt haar vermogen met een langetermijndoel te beheren om het in stand te houden. Het koersverlies in 2022 is voor de organisatie niet meer dan een momentopname. Koersfluctuaties (positief en negatief) worden opgevangen middels een bestemmingsreserve koersresultaten.

KWF liet vanwege het verlies in 2023 een extern bureau het beleggingsbeleid toetsen. De studie noemt het gevoerde beleid passend en verantwoord. Het jaar 2023 laat een herstel van de portefeuille zien. Per 3 november: +3,74%.

Van Duijn vindt dat goede doelen moeten streven naar het vermogensbehoud in reële termen. Maar dat lukt op deze manier zeker niet. ‘Ook met een halve eeuw ervaring kun je de markt niet voorspellen.’ Met alle nadruk op obligaties wordt het boeken van rendement komende jaren nog lastig. ‘Het is een misvatting dat obligaties veilig zijn en dat verandert voorlopig niet.’ Zijn pleidooi bij KWF om veel meer in aandelen te beleggen was kansloos, zegt hij.

Het totale beursverlies van de beleggende CBF-erkende goede doelen in Nederland ligt op ongeveer €250 mln. Dit jaar zorgen de gestegen aandelenkoersen voor herstel. Maar op obligaties dreigen nieuwe verliezen.

Natuurmonumenten is met bijna 950.000 leden een van de rijkste charitatieve stichtingen van Nederland. Het balanstotaal is ruwweg €300 mln. Daarvan zit de helft in effecten. Pauline Mulder krijgt elke maand het beursrendement door van de fiduciair beheerder bij Bank ten Cate. De cijfers kleurden donkerrood in 2022. ‘Dat neem je natuurlijk zeer serieus. Maar we negeren de waan van dag. Onze beleggingshorizon is net als onze missie langjarig.’

Het stevige koersverlies van €23 mln was voor Natuurmonumenten niet eens een record. In 2002 was de schade groter. Na dat rampjaar op de beurs zijn de financiële regels voor de fondsen aangescherpt. In de kredietcrisis van 2008 kreeg de organisatie net als veel andere fondsen toch weer klappen, ondanks defensieve portfolio’s. Vorig jaar was het fonds net bezig met een herschikking en afbouw van de obligatieportefeuille. De opbrengst van tientallen miljoenen euro’s aan cash hield Mulder langer aan. Een geluk bij een ongeluk.

Onzin

Niet alle fondsbestuurders hebben een dagtaak aan de financiën. Dat sommigen zich van slag laten brengen door koersdalingen vindt Rien van Gendt onzin. De eminence grise in de wereld van de filantropie met functies bij universiteiten en internationale vermogensfondsen zegt: ‘Als je angst hebt om een beleggingsverlies te tolereren, moet je niet beleggen of als bestuurder een andere baan zoeken’, zegt hij. ‘Je verliest geheid geld als je vermogen op een spaarrekening laat staan.’

Het Cultuurfonds, dat afgelopen week naamgever Prins Bernhard uit de naam verwijderde, gaat in zijn begroting uit van een rendement van 4% per jaar, zegt directeur Cathelijne Broers: ‘Daarop rekenen we ook.’ Het vermogensbeheer kost het fonds een half miljoen euro per jaar. Het rendement over de laatste vijf jaar blijft volgens de eigen opgave steken op een gemiddelde van slechts 1,31% per jaar. Dat is laag, erkent ze. In 2022 behaalde de organisatie een negatief rendement van 14,9%.

Niet uitgaan van woekerrendementen

Bij veel fondsen gaapt een gat tussen de begrote beleggingsinkomsten en werkelijke baten. ‘Het is heel belangrijk dat je niet uitgaat van woekerrendementen’, zegt Corné Baatenburg de Jong van ReumaNederland dat zelf met 2% rendement rekent in de begroting. ‘Daar begint een bewuste omgang met maatschappelijk vermogen.’

Het grote Oranje Fonds ging onderuit met de obligaties en vooral met de ‘kwaliteitsaandelen met een hoge groei’. Dat de aandelen met een min van 15% 4,4 procentpunt achterbleven op de benchmark, vindt financiële man Gerrit Hartog geen groot risico met een verder gespreide beleggingsportfolio. Een plus op alternatieve beleggingen (vastgoedfondsen, landbouwgronden en impactinvesteringen) beperkte de schade tot -7,6%.

Fiduciair adviseur IBS Capital Management wordt ingeruild voor Anthos, een beleggingsvehikel van C&A-familie Brenninkmeijer. Hartog: ‘Dat staat los van de beleggingsresultaten. Ook met hen zoeken we het risico niet op. Als hybride fonds beleggen we alleen ons stamvermogen en geen donaties. Die gaan rechtsreeks naar goede doelen.’

Op kleinere effectenportefeuilles hadden ook het Amsterdams Universiteitsfonds, de Nierstichting, het Humanistisch Verbond, KNGF Geleidehonden, Vluchtelingen Werk Nederland, de Maag Lever Darm Stichting, het Liliane Fonds en de Zonnebloem forse ongerealiseerde koersverliezen.

De directeuren worstelen met hun beleggingen. Clubs als Kinderpostzegels, de Hartstichting, de Zonnebloem en het Humanistisch Verbond schoten in vijf jaar per saldo niet of nauwelijks op. ‘Een enorm bedrag’, zegt directeur Robbert Bodegraven van de laatste organisatie over het koersverlies van ruim €1,2 mln. ‘Als maatschappelijke beweging zien we dat graag anders. Dit jaar zien we een wisselend beeld. Het heeft onze volle aandacht.’

Kinderpostzegels leed een verlies op zijn beleggingen van bijna €1,5 mln. Hoe is dat te verkopen aan de kinderen die na school langs de deuren gaan en de donateurs? ‘Deze vraag hebben wij ons zelf ook gesteld en vorig jaar veelvuldig binnen de organisatie besproken’, zegt hoofd bedrijfsvoering Merlijn van Steveninck. ‘Onze positieve resultaten van 2018 tot en met 2021 zijn in 2022 grotendeels tenietgedaan.’

Van Steveninck voelt een zware verantwoordelijkheid, maar hij kent ook de universele beleggingswijsheid dat je beter kan stilzitten in crises. ‘Het is van belang om emoties buitenspel te zetten en deze geen onderdeel te laten worden van de besluitvorming. Uiteindelijk leert ervaring dat de markten zich altijd herstellen. We zien dat nu al.’

Veel beleggers zaten de afgelopen jaren in een spagaat: de beurs op, of niets doen en geld verliezen met de negatieve rente? De stichting Kika had daar last van en is tientallen miljoenen euro’s gaan beleggen. Het Rode Kruis ook – met meteen 10% verlies in 2022. ‘Een boekhoudkundig resultaat, maar balen’, zegt Wilco van Wijck, hoofd financiën, die al sinds zijn tienerjaren actief is voor de organisatie.

Veel fondsdirecteuren rekenen erop dit jaar met plussen af te sluiten, maar inflatie blijft een zorg, zegt Carolien Bijen die bij het Wereld Natuur Fonds mede de €38 mln van donateurs belegt. Zelfs met jaarlijks een paar procent rendement blijft het vermogen in reële termen niet in stand, zegt ze. ‘Maar vertel jij mij maar hoe we dat wel voor elkaar krijgen.’

Gestopt met beleggen

De charitatieve instellingen die niet (meer) beleggen hielden hun vermogen in elk geval nominaal in stand. Voorbeelden zijn Artsen zonder Grenzen (‘beleggen vinden we nu te risicovol’), het Ronald McDonald Kinderfonds (‘de reserves zijn binnen vijf jaar nodig’), Amnesty International (‘we willen geen risico lopen met het geld opgebracht door leden en donateurs’), War Child (‘ons geld moet vrij opneembaar zijn wanneer een crisis zich voordoet’) en Alzheimer Nederland (‘de zorgvuldige omgang met geld van donateurs staat voorop’).

Henriette Hulsebosch van Kansfonds zegt geen herhaling van 2022 te willen. ‘We voelen ons toch deels overgeleverd aan de financiële markten. Het deel van ons vermogen dat actief wordt beheerd is nog harder geraakt dan onze passieve portefeuille. We houden onze beleggingen grondig tegen het licht en kijken of we verder willen met Rabobank.’

Uit de CBF-data blijkt dat Natuurorganisatie Het Limburgs Landschap met een koersverlies van meer dan 25% de grote verliezer is. ‘Langjarig doen we het goed’, zegt directeur-rentmeester Wilfred Alblas. ‘Maar we hebben ABN Amro aangesteld om het over een andere boeg te gooien. Deze schommelingen willen we niet meer.’ Anderzijds zegt hij eerlijk niet te geloven dat dit met een vermogensbeheerder voorbij is.

Verantwoording

Voor het onderzoek is gebruikgemaakt van gegevens van het CBF Toezicht op goeddoen. De toezichthouder op bijna 700 goede doelen leverde op verzoek van het FD gegevens aan over de financiële baten en lasten sinds 2017, het balanstotaal en de omvang van effectenportefeuilles. Goede doelen zonder effecten en met een omzet onder de €2 mln zijn buiten beschouwing gelaten.

Het FD heeft uit de data 25 goede doelen geselecteerd met de grootste effectenportefeuilles, waarbij als voorwaarde geldt dat dit minstens 25% van het balanstotaal moet zijn. Voor de onderlinge vergelijkbaarheid is een percentueel beleggingsresultaat berekend door de som van het gerealiseerd- en ongerealiseerd koersresultaat te delen door de gemiddelde omvang van de effectenportefeuille gedurende het jaar. Het vijfjarig beleggingsresultaat is het gewogen gemiddelde van de jaren 2018 tot en met 2022.

De fondsen zijn verplicht om inkomsten, uitgaven, beleggingsresultaten en vermogensbeheerkosten te rapporteren. De rendementsberekeningen verschillen niettemin. Het ene fonds meldt brutorendementen, het andere nettorendementen op beleggingen. Sommige fondsen nemen de cashpositie mee, wat dempend werkt op het rendementscijfer. Het FD maakte op basis van de CBF-data een eigen berekening om de goede doelen te kunnen vergelijken.